Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Tribunal Judiciaire de Nanterre (Frankrijk) op 23 februari 2024 – TJ/Direction régionale des finances publiques d’Ile de France et de Paris

(Zaak C-141/24, Direction régionale des finances publiques d’Ile de France et de Paris)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal Judiciaire de Nanterre

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: TJ

Verwerende partij: Direction régionale des finances publiques d’Ile de France et de Paris

Prejudiciële vragen

Moet het door artikel 63 VWEU gewaarborgde beginsel van het vrije verkeer van kapitaal aldus worden uitgelegd dat het toestaat dat in het buitenland aangehouden tegoeden die niet zijn aangegeven volgens de procedure van artikel L.23 C van de livre des procédures fiscales (wetboek fiscale procedures) en waarvoor geen bewijs van de herkomst en de wijze van verkrijging is geleverd, ambtshalve worden belast overeenkomstig artikel 755 van de code général des impôts (algemeen belastingwetboek), terwijl dit leidt tot onverjaarbaarheid wanneer de belastingplichtige bewijst dat die tegoeden zijn verkregen in de loop van een periode waarvoor de verjaring is ingetreden?

Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, moet hieruit dan worden afgeleid dat elke rectificatieprocedure op basis van voornoemde bepalingen nietig moet worden verklaard, ook al is er geen sprake van een effect van onverjaarbaarheid in het aan de controle van de belastingdienst onderworpen geval?

____________