Language of document : ECLI:EU:C:2006:144

Zaak C‑491/04

Dollond & Aitchison Ltd

tegen

Commissioners of Customs & Excise

(verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om prejudiciële beslissing)

„Communautair douanewetboek – Douanewaarde – Douanerechten bij invoer – Levering van goederen door op Jersey gevestigde vennootschap en verrichting van diensten in Verenigd Koninkrijk”

Samenvatting van het arrest

1.        Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Maatstaf van heffing – Invoer van goederen

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 29; richtlijn 77/388 van de Raad, art. 2, lid 2, en 11, B, lid 1)

2.        Gemeenschappelijk douanetarief – Douanewaarde – Transactiewaarde – Vaststelling

(Verordening nr. 2913/92 van de Raad, art. 29)

1.        Aangezien het eiland Jersey integraal deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap, maar een derde grondgebied vormt voor de toepassing van de Zesde richtlijn (77/388) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, is de levering van een goed door een op Jersey gevestigde vennootschap aan een in het Verenigd Koninkrijk wonende klant invoer in de zin van artikel 2, lid 2, van de Zesde richtlijn. De maatstaf van heffing is derhalve die welke is bepaald in artikel 11, B, lid 1, van de richtlijn, namelijk „de waarde die [...] wordt omschreven als de douanewaarde” overeenkomstig artikel 29 van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek.

Met betrekking tot een handeling die uit meerdere elementen bestaat, kunnen de uit de rechtspraak voortvloeiende beginselen die betrekking hebben op de omvang van een dergelijke binnen een lidstaat aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen handeling, niet worden gebruikt om te bepalen welke elementen van de transactie in aanmerking moeten worden genomen voor de toepassing van artikel 29 van het douanewetboek.

(cf. punten 17, 22, dictum 2)

2.        Artikel 29 van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek moet aldus worden uitgelegd dat het bedrag dat is betaald voor bepaalde diensten, zoals een onderzoek, een consult of nazorg op verzoek met betrekking tot contactlenzen, en het bedrag dat is betaald voor goederen zoals de betrokken contactlenzen, reinigingsvloeistoffen en lenshouders, samen de „transactiewaarde” als bedoeld in dat artikel 29 vormen en derhalve belastbaar zijn, voor zover het gaat om een globaal aanbod tegen een vaste prijs.

(cf. punten 34‑35, dictum 1)