Language of document :

Beroep ingesteld op 7 december 2009 - Italië / Commissie

(Zaak T-500/09)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordiger: L. Ventrella, avvocato dello Stato)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van de op 25 september 2009 officieel ter kennis gebrachte beschikking C(2009) 7044 def. van 24 september 2009 houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten in het kader van het Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht, voor zover daarbij [...] voor de begrotingsjaren 2005 en 2006 ten laste van Italië een

-    een forfaitaire correctie (5 %) voor een totaal bedrag van 3 539 679,81 EUR is toegepast wegens verschillende tekortkomingen bij de controles in de sector groenten en fruit - verwerking citrusvruchten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep stelt de Italiaanse Republiek schending van wezenlijke vormvoorschriften (art. 253 EG), meer bepaald ontoereikende motivering, alsmede schending van het evenredigheidsbeginsel.

Dienaangaande zij erop gewezen dat de Commissie bepaalde steunbedragen voor de verwerking van citrusvruchten heeft gerectificeerd op grond dat geen passende controle was verricht op de overeenstemming tussen de bij de telersverenigingen aangebrachte producten en de aan de verwerkende bedrijven geleverde producten en tussen de aan de verwerkende bedrijven geleverde producten en het eindproduct. Volgens de Italiaanse regering is tijdens de procedure gebleken dat de controles toereikend waren, met name de administratieve controles, de boekhoudingscontroles en de controles ter plaatse bij de telervereniging en bij de verwerkende bedrijven; de controles zijn onverwacht verricht (zonder dat de bedrijven vooraf op de hoogte waren gebracht van de datum) en in elk geval met een grotere frequentie dan de in de verordening bepaalde minimumfrequentie. De Commissie had haar beslissing om een forfaitaire correctie van 5 % - die in elk geval overdreven is - toe te passen derhalve vooral moeten motiveren ter zake van het bestaan van een "aanzienlijk risico" van financieel verlies voor het Fonds.

____________