Language of document :

Beroep ingesteld op 21 augustus 2012 - Helleense Republiek/Commissie

(Zaak T-376/12)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: I. Chalkias, E. Leftheriotou en S. Papaïoannou)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het beroep gegrond te verklaren;

het uitvoeringsbesluit van 22 juni 2012 van de Commissie houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) hebben verricht [kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 3838 en bekendgemaakt in PB L 165, blz. 83] nietig te verklaren, voor zover het betrekking heeft op bepaalde financiële correcties opgelegd aan de Helleense Republiek in de sector krenten en rozijnen en ter zake van de onrechtmatige aanplanting van wijnstokken; en

de Commissie te verwijzen in de kosten

Middelen en voornaamste argumenten

De Helleense Republiek verzoekt om nietigverklaring van het uitvoeringsbesluit van 22 juni 2012 van de Commissie houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) hebben verricht [kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 3838 en bekendgemaakt in PB L 165, blz. 83], voor zover het betrekking heeft op bepaalde financiële correcties opgelegd aan de Helleense Republiek in de sector krenten en rozijnen in de verkoopperiode 2006-2007 en in de wijnsector / aanplanting van wijnstokken zonder heraanplantingsrechten.

Wat de correctie in de sector krenten en rozijnen betreft, betoogt verzoekster in de eerste plaats dat de opgelegde correcties van 100 % voor sultaninedruiven en van 25 % voor krenten, die verband houden met de verlaging van de minimumopbrengst, het gespecialiseerd zijn van de percelen met wijnstokken, de daadwerkelijke productie en levering, gebaseerd zijn op een onjuiste beoordeling van de feiten en op een onjuiste uitlegging en toepassing van artikel 3, lid 2, vierde streepje, van verordening nr. 1621/19992.

Verzoekster betoogt in de tweede plaats dat het bestreden besluit onrechtmatig is en nietig moet worden verklaard aangezien de door de Commissie opgelegde forfaitaire correctie van 100 % voor sultaninedruiven en van 25 % voor krenten, die verband houdt met tekortkomingen op het vlak van de verlaging van de minimumopbrengst, de niet-inachtneming van het vereiste van het gespecialiseerd zijn van de percelen met wijnstokken en de daadwerkelijke productie en levering, gebaseerd is op een onjuiste uitlegging en toepassing van bijlage 2 bij document VI/5330/97, van bijlage 17 bij document AGRI/17933/2000 en document AGRI/60637/2006, ontoereikend is gemotiveerd, niet in verhouding staat tot de vastgestelde tekortkomingen, en de grenzen van de discretionaire bevoegdheid van de Commissie overschrijdt.

Wat de aanplanting zonder heraanplantingsrechten betreft, betoogt verzoekster in de eerste plaats dat de oplegging door de Commissie van een financiële correctie onrechtmatig is en nietig moet worden verklaard omdat daarmee: a) uitgaven worden uitgesloten die meer dan 24 maanden voordat de Commissie de resultaten van de verificaties heeft meegedeeld, zijn gedaan, hetgeen in strijd is met artikel 7, lid 4, van verordening nr. 1258/19994, thans artikel 31 van verordening nr. 1290/2005, en b) inbreuk wordt gemaakt op het rechtszekerheidsbeginsel en de rechten van verdediging en van staving van verzoeksters verklaringen worden verzwakt doordat wordt uitgegaan van feiten en handelingen uit voorbije decennia.

Verzoekster betoogt in de derde plaats dat de beoordeling van de Commissie, dat op grond van artikel 2, lid 3, sub a, van verordening nr. 1493/1999 geregulariseerde oppervlakten niet conform deze bepaling zijn geregulariseerd, omdat het ten tijde van het onderzoek van de regularisatieaanvragen onvoltooide wijnbouwkadaster onvoldoende waarborgen bood voor de verificatie van de afwijkingen, berust op een feitelijke dwaling.

Verzoekster betoogt in de vierde plaats dat het bestreden besluit onrechtmatig is en nietig moet worden verklaard omdat de opgelegde correctie en de bij de berekening ervan toegepaste methode, bestaande in de toepassing naar analogie van artikel 86 van verordening 479/2008, in strijd zijn met artikel 31 van verordening nr. 1290/2005 en met de richtsnoeren van document VI/5330/87, en de toepassing ervan gevolgen heeft die niet in verhouding staan tot de vastgestelde tekortkomingen.

Verzoekster betoogt in de vijfde plaats dat het feit dat de Commissie de totale overeenkomstig artikel 2, lid 3, sub a, van verordening nr. 1493/1999 geregulariseerde oppervlakte heeft vastgesteld op 7 112,04 hectare en de gemiddelde waarde van de aanplantingsrechten op 1 500 EUR/hectare, berust op een feitelijke dwaling, ontoereikend is gemotiveerd en indruist tegen het evenredigheidsbeginsel.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1621/1999 van de Commissie van 22 juli 1999 houdende bepalingen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat betreft de steun voor de teelt van druiven die bestemd zijn voor de productie van bepaalde krenten- en rozijnenvariëteiten (PB L 192, blz. 21).

2 - Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160, blz. 103).

3 - Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209, blz. 1).

4 - Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179, blz. 1).

5 - Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, tot wijziging van de verordeningen (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 1782/2003, (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 3/2008 en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 2392/86 en (EG) nr. 1493/1999 (PB L 148, blz. 1).