Language of document : ECLI:EU:C:2014:2141

Zaak C‑452/13

Germanwings GmbH

tegen

Ronny Henning

(verzoek van het Landesgericht Salzburg om een prejudiciële beslissing)

„Prejudiciële verwijzing – Luchtvervoer – Verordening (EG) nr. 261/2004 – Artikelen 2, 5 en 7 – Recht op compensatie bij langdurige vluchtvertraging – Duur van de vertraging – Begrip ‚aankomsttijd’”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Negende kamer) van 4 september 2014

1.        Recht van de Europese Unie – Uitlegging – Bepaling die niet uitdrukkelijk verwijst naar het recht van de lidstaten – Autonome en uniforme uitlegging

2.        Vervoer – Luchtvervoer – Verordening nr. 261/2004 – Gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan passagiers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten – Recht op compensatie bij annulering van een vlucht – Toepasselijkheid bij aanzienlijke vertraging

(Verordening nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5, lid 1, sub c‑iii, en 7)

3.        Vervoer – Luchtvervoer – Verordening nr. 261/2004 – Gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan passagiers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten – Recht op compensatie bij vertraging – Begrip „aankomsttijd” – Strekking

(Verordening nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, 5 en 7)

1.        Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 16)

2.        Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 19)

3.        De artikelen 2, 5 en 7 van verordening nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten moeten aldus worden uitgelegd dat het begrip „aankomsttijd”, dat wordt gebruikt voor het bepalen van de omvang van de door de luchtreizigers geleden vertraging, duidt op het tijdstip waarop ten minste een vliegtuigdeur wordt geopend, met dien verstande dat de passagiers op dat tijdstip het toestel mogen verlaten.

De situatie van luchtreizigers wijzigt in beginsel niet wezenlijk wanneer de vliegtuigwielen de landingsbaan van de luchthaven van bestemming raken of wanneer het vliegtuig zijn aankomststandplaats bereikt en de remmen zijn aangetrokken dan wel blokken tegen de wielen zijn gelegd; de passagiers blijven namelijk in de ruimte waarin zij zich bevinden, verschillende beperkingen ondergaan. Eerst wanneer de passagiers het toestel mogen verlaten en daartoe de opening van de vliegtuigdeuren wordt bevolen, kunnen de passagiers hun gewone activiteiten in beginsel zonder deze beperkingen voortzetten.

(cf. punten 23‑25, 27 en dictum)