Language of document :

Beroep ingesteld op 3 april 2024 – DO / ECB

(Zaak T-180/24)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: DO (vertegenwoordigers: L. Levi en P. Baudoux, advocaten)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van verweerder dat vervat is in de op 14 juli 2023 ter kennis gebrachte loonstrook van verzoeker voor de maand juli, nietig te verklaren;

voor zover nodig het besluit van verweerder van 17 oktober 2023 waarbij het verzoek tot administratieve herziening van verzoeker van 25 augustus 2023 werd afgewezen, nietig te verklaren;

voor zover nodig het besluit van verweerder van 5 februari 2024 waarbij de klacht van verzoeker van 14 december 2023 werd afgewezen, nietig te verklaren;

verweerder te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

Eerste middel: schending van de regels die zijn neergelegd in de belastingverordening1 en de personeelsverordeningen en -regelingen van de ECB en kennelijke beoordelingsfout van verweerder.

Tweede middel: schending van het beginsel van gelijke behandeling.

Derde middel: schending van de motiveringsplicht.

____________

1 Verzoeker verwijst in dit verband naar verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB 1968, L 56, blz. 8).