Language of document :

Beroep ingesteld op 23 februari 2015 – ZZ / EESC

(Zaak F-33/15)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: ZZ (vertegenwoordigers: J.-N. Louis, N. de Montigny en D. Verbeke, advocaten)

Verwerende partij: Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC)

Voorwerp en beschrijving van het geding

Nietigverklaring van het stilzwijgend besluit van het TABG om geen maatregelen te nemen ter uitvoering van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 26 februari 2013 in zaak F-124/10, Labiri/EESC, en verzoek om vergoeding van de immateriële schade die verzoekster zou hebben geleden

Conclusies van de verzoekende partij

nietigverklaring van het stilzwijgend besluit van 20 februari 2015 tot afwijzing van de klacht die verzoekster heeft ingediend tegen het onterechte verzuim van het TABG om maatregelen te nemen ter uitvoering van het arrest van 26 februari 2013 in zaak F-124/10;

veroordeling van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) tot betaling, aan verzoekster en ter vergoeding van de immateriële schade, van het bedrag van 50 EUR per dag vanaf 14 december 2007 tot en met de dag waarop de bijstandmaatregelen, beschreven in de brief van de secretaris-generaal van het Comité van de Regio’s van 27 mei 2010, zullen zijn getroffen, en van 100 EUR per dag vanaf 26 februari 2013 tot en met de dag waarop de maatregelen ter uitvoering van het arrest van het Gerecht zullen zijn vastgesteld;

veroordeling van het EESC tot betaling aan verzoekster van vertragingsrente over die bedragen, vanaf 20 oktober 2014 tot en met de dag van de daadwerkelijke betaling ervan, tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met twee punten;

verwijzing van het EESC in de kosten van de procedure.