Language of document :

Arrest van het Gerecht van 13 december 2023 – SB/EDEO

(Zaak T-621/22)1

(„Openbare dienst – Personeel van de EDEO – Aanwerving – Kennisgeving van vacature – Rotatieronde – Afwijzing van sollicitatie – Artikel 98, lid 1, van het statuut – Artikel 2, onder e), van de RAP – Kennelijk onjuiste beoordeling – Gewettigd vertrouwen – Gelijke behandeling – Misbruik van bevoegdheid – Aansprakelijkheid – Materiële en immateriële schade”)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: SB (vertegenwoordigers: L. Burguin, T. Bontinck en A. Guillerme, advocaten)

Verwerende partij: Europese Dienst voor Extern optreden (vertegenwoordigers: S. Falek, A. Ireland en R. Coesme, gemachtigden)

Voorwerp

Met haar beroep krachtens artikel 270 VWEU vordert de verzoekende partij vergoeding van de materiële en immateriële schade die zij zou hebben geleden, ten eerste wegens de besluiten van het tot het aangaan van overeenkomsten bevoegde gezag (hierna: „TAOBG”) van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) van 10 november 2021, waarbij haar kandidatuur voor de posten van [vertrouwelijk] is afgewezen, zoals deze besluiten zijn bevestigd en aangevuld bij de brief van het TAOBG van 1 februari 2022, en ten tweede wegens het beweerde onrechtmatige gedrag van de EDEO in verband met deze besluiten.

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

SB wordt verwezen in de kosten.

____________

1     PB C 441 van 21.11.2022.