Language of document :

Beroep ingesteld op 1 december 2023 – Huhtamaki Holding / Commissie

(Zaak T-1145/23)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Huhtamaki Holding Sàrl (Senningerberg, Luxemburg) (vertegenwoordiger: M. Struys, F. Pili en H. de Cazotte, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

nietigverklaring van het overeenkomstig artikel 8, lid 3, van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad1 stilzwijgend door de Europese Commissie genomen besluit waarbij verzoeksters confirmatief verzoek van 31 augustus 2023 om toegang tot documenten op grond van verordening nr. 1049/2001 is afgewezen (hierna: „bestreden besluit”);

verwijzing van de Commissie in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

De Commissie is de motiveringsplicht van artikel 296 VWEU niet nagekomen en heeft verzoeksters recht op behoorlijk bestuur, neergelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, geschonden.

In het hypothetische geval dat de Commissie zou stellen dat de motivering van het bestreden besluit vervat zat in haar antwoord van 11 augustus 2023 op grond van artikel 7, lid 1, van verordening nr. 1049/2001:

zou het bestreden besluit nog steeds niet voldoen aan de motiveringsplicht (eerste onderdeel van het tweede middel);

zou het bestreden besluit berusten op een onjuiste uitlegging van verordening nr. 1049/2001, de redenering van de Commissie zou meer bepaald inhoudelijk onjuist zijn (tweede onderdeel van het tweede middel).

____________

1 Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001 L 145, p. 43).