Mededeling in het PB

 

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 16 januari 2004

in zaak T- 369/03 R, Arizona Chemicals BV en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Kort geding - Richtlijn 67/548/EEG - Spoedeisendheid)

(Procestaal: Engels)

In zaak T-369/03 R, Arizona Chemicals BV, gevestigd te Almere (Nederland), Eastman Belgium BVBA, gevestigd te Kallo (België), Resinall Europe BVBA, gevestigd te Brugge (België), Cray Valley Iberica, SA, gevestigd te Madrid (Spanje), vertegenwoordigd door C. Mereu en K Van Maldegem, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: X. Lewis en F. Simonetti), betreffende enerzijds een verzoek om opschorting van de tenuitvoerlegging van een handeling van de Commissie van 20 augustus 2003 en van de daadwerkelijke invoering van colofaan in bijlage I bij richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PB 1967,196, blz. 1), en anderzijds een verzoek om de Commissie te gelasten, op de volgende vergadering van het raadgevend comité, waarop moet worden beslist over de aanpassing van richtlijn 67/548 aan de technische vooruitgang, voor te stellen dat colofaan buiten de indeling valt, heeft de president van het Gerecht op 16 januari 2004 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)     De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.

____________