Language of document :

Beroep ingesteld op 20 februari 2013 - Synergy Hellas / Commissie

(Zaak T-106/13)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: d.d. Synergy Hellas Anonymi Emporiki Etaireia Parochis (Athene, Griekenland) (vertegenwoordigers: M. Angelopoulos en K. Damis, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

vast te stellen dat de Europese Commissie door de vennootschap uit te sluiten van deelneming aan het ARTreat-programma haar contractuele verplichtingen niet is nagekomen, gelet op het evenredigheidbeginsel en het vertrouwensbeginsel, en de Commissie te veroordelen tot betaling aan verzoekster van het bedrag van 343 828,88 EUR dat zij verzoekster verschuldigd voor betalingen ter uitvoering van de ARTreat-overeenkomst, vermeerderd met rente vanaf de neerlegging van het onderhavige verzoekschrift;

de Europese Commissie te veroordelen tot betaling aan verzoekster van het bedrag van 89 933,16 EUR als vergoeding voor de materiële schade en de schade aan haar beroepsreputatie die verzoekster als gevolg van misbruik van bevoegdheid en van schending van het beroepsgeheim heeft geleden, vermeerderd met compensatoire interessen vanaf 14 juni 2012 tot aan de uitspraak van het arrest in de onderhavige zaak en met vertragingsrente vanaf de uitspraak van het arrest in de onderhavige zaak tot aan de volledige betaling;

de Commissie te verwijzen in de proceskosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

In het onderhavige verzoekschrift formuleert verzoekster twee beroepen.

In de eerste plaats een beroep krachtens artikel 272 VWEU wegens aansprakelijkheid van de Commissie op grond van overeenkomst FP7 224297 ter uitvoering van het project "Multi-level patient - specific artery and artherogenesis model for outcome prediction, decision support treatement, and virtual hand-on training (ARTreat)". Verzoekster voert in het bijzonder aan dat, ofschoon zij haar contractuele verplichtingen ten volle en correct is nagekomen, de Commissie de betaling van de haar verschuldigde bedragen heeft opgeschort zonder dat zij daartoe het recht had en met schending van bovengenoemde overeenkomst en van het vertrouwensbeginsel en het evenredigheidsbeginsel.

In de tweede plaats een beroep krachtens artikel 340, tweede alinea, VWEU wegens niet-contractuele aansprakelijkheid van de Commissie. Verzoekster betoogt in het bijzonder dat de Commissie door haar onrechtmatig gedrag de beroepsreputatie van verzoekster heeft aangetast.

____________