Language of document :

Beroep ingesteld op 28 april 2014 – Argus Security Projects / Commissie

(Zaak T-266/14)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Argus Security Projects Ltd (Limassol, Cyprus) (vertegenwoordigers: T. Bontinck en E. van Nuffel d’Heynsbroeck, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het besluit van EUBAM Libië houdende afwijzing van de offerte die de onderneming Argus heeft ingediend in het kader van de aanbestedingsprocedure betreffende het verrichten van veiligheidsdiensten in het kader van de missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië (overeenkomst EUBAM-13-020) en tot gunning van de opdracht aan Garda, nietig verklaren;

de verwerende partij verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

Eerste middel: schending van artikel 110 van het Financieel Reglement1 , van de in de aanbestedingsstukken vastgelegde gunningsregels, in het bijzonder de punten 4.1 en 12.1 van de instructies voor de inschrijvers, en van de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie van de inschrijvers, aangezien EUBAM niet heeft geverifieerd of de opdrachtnemer in staat is de opdracht overeenkomstig de aanbestedingsvereisten uit te voeren, of niet met de minimale redelijkerwijze te verwachten gestrengheid gebruik heeft gemaakt van zijn beoordelingsbevoegdheid inzake de van de gekozen offerte verwachte technische kwaliteiten.

De verzoekende partij betoogt dat de ernstige tekortkomingen van de opdrachtnemer en zijn onvermogen om de hem gegunde opdracht uit te voeren, blijk geven van een onrealistische inschrijving, die de aanbestedende instantie had moeten afwijzen.

Tweede middel: wezenlijke wijziging van de oorspronkelijke gunningsvoorwaarden, wat het resultaat van de aanbesteding kan hebben vervalst.

De verzoekende partij betoogt dat de verhouding tussen de punten, die voor alle evaluatiecriteria zijn toegekend aan de gunningnemer en aan de verzoekende partij, andersom zou zijn geweest indien bij de beoordeling van de gekozen inschrijving rekening was gehouden met de voorwaarden waaronder de gunningnemende onderneming de opdracht uitvoert.

Derde middel: schending van de motiveringsplicht, aangezien de aanbestedende dienst artikel 113 van het Financieel Reglement en artikel 161, lid 2, van de gedelegeerde verordening2 niet in acht heeft genomen door te verzuimen om binnen een termijn van vijftien kalenderdagen nadat de verzoekende partij daarom had verzocht haar de kenmerken en relatieve voordelen van de gekozen inschrijving mee te delen.

____________

____________

1     Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298, blz. 1).

2     Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362, blz. 1).