Language of document :

Mededeling in het PB

 

    

Beroep, op 10 juni 2002 ingesteld door Malagutti-Vezinhet SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-177/02)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 10 juni 2002 beroep tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen ingesteld door Malagutti-Vezinhet SA, gevestigd te Cavaillon (Frankrijk), vertegenwoordigd door B. Favarel-Veidig, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(de Commissie te veroordelen tot betaling van de volgende bedragen aan de vennootschap Malagutti-Vezinhet:

.222 540,00 FRF of 33 926,00 euro ter vergoeding van verlies;

    .1 943 413,56 FRF of 296 271,48 euro ter vergoeding van winstderving op de Britse markt;

voor het geval dat het Gerecht oordeelt dat de winstderving onvoldoende is aangetoond, wordt gevorderd dit bedrag toe te kennen ter vergoeding van het verlies van een kans om de bestaande handelsstroom te handhaven;

    .2 013 455,16 FRF of 306 949,26 euro ter vergoeding van schade aan het imago van de vennootschap bij de Europese en inzonderheid de Britse distributeurs.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster exporteert groenten en fruit naar, onder andere, de Engelse markt. In september 2001 lieten de IJslandse gezondheidsdiensten de Commissie weten dat betrokken producten meer dan het toegelaten maximum residuen van bestrijdingsmiddelen bevatten. Daarop verspreidde de Commissie een "rapid alert"-bericht betreffende de aanwezigheid van dicofolresten in appelen die via Nederland uit Frankrijk waren ingevoerd. In een tweede bericht en in de daarnavolgende berichten werd verzoekster uitdrukkelijk als exporteur genoemd.

Verzoekster stelt dat deze handelwijze van de Commissie onrechtmatig was en dat zij daardoor schade heeft geleden.

De Commissie heeft onrechtmatig gehandeld door de procedure van richtlijn 92/591 niet te volgen. Zij heeft niet aangetoond dat de gecontroleerde appelen van verzoekster afkomstig waren. Bovendien was er geen ernstig en onmiddellijk gevaar. De controles hebben alleen een niet-conforme hoeveelheid dicofol aan het licht gebracht. Verder heeft de Commissie artikel 7, lid 2, van richtlijn 92/59 geschonden door na te laten zo spoedig mogelijk met de betrokken partijen te overleggen.

Verzoeksters schade bestaat uit verliezen op de Engelse markt, winstderving en schade aan haar imago. Verzoekster had het jaar voordien inspanningen gedaan om op de Engelse markt door te dringen en er een reputatie te vestigen en die inspanningen zijn nu tenietgedaan.

Deze schade vloeit voort uit het onrechtmatig handelen van de Commissie daar ten gevolge van de "alert"-berichten een aantal verkopen van verzoekster op de Engelse markt zijn geannuleerd.

____________

1 - (Richtlijn 92/59/EEG van de Raad van 29 juni 1992 inzake algemene productveiligheid (PB L 228 van 11.8.1992, blz. 24).