Language of document :

Beroep ingesteld op 19 april 2007 - Italië / Commissie

(Zaak T-135/07)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordiger: G. Aiello, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietigverklaring krachtens artikel 230 EG van de in de brief van 7 februari 2007, nr. 3585, vervatte beschikking van de directeur-generaal van het directoraat-generaal Landbouw van de Commissie;

verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

De regering van de Italiaanse Republiek heeft bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen beroep ingesteld tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG van de in de brief van 7 februari 2007, nr. 3585, vervatte beschikking van de directeur-generaal van het directoraat-generaal Landbouw van de Commissie, waarbij het verzoek van de Italiaanse autoriteiten wordt afgewezen om buitengewone maatregelen te nemen ter ondersteuning van de Italiaanse markt voor slachtpluimvee als bedoeld in artikel 14 van verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee1, voor zover deze de kuikens betreft die zijn vernietigd in de door vogelgriep getroffen gebieden waarvoor in de periode van december 1999 tot september 2003 veterinaire maatregelen ter beperking van het vervoer golden.

De Italiaanse regering heeft het beroep gebaseerd op de volgende middelen:

Schending van het verbod van discriminatie tussen producenten van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 34, lid 2, tweede alinea, EG, voor zover de Commissie buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt zou hebben toegestaan enkel met betrekking tot de sector broedeieren en bij de bestreden beschikking soortgelijke maatregelen met betrekking tot de sector slachtpluimvee heeft afgewezen.

Misbruik van bevoegdheid en kennelijke beoordelingsfout van de Commissie.

Met betrekking tot dit punt wordt aangevoerd dat de Commissie voor de verwezenlijking van het met verordening nr. 2777/75 nagestreefde doel buitengewone maatregelen had moeten nemen ter ondersteuning van de Italiaanse markt voor slachtpluimvee, de in Italië verreweg het meest getroffen gevogeltesector. Hoewel verzoekster meermaals daarom had gevraagd, heeft de Commissie echter geweigerd dit te doen en heeft zij enkel maatregelen toegestaan ter ondersteuning van de sector broedeieren die in Italië het minst door beperkende maatregelen getroffen was en in Nederland in wezen de enige getroffen sector was. Daarmee heeft de Commissie duidelijk het grootste deel van de beschikbare middelen voor de Nederlandse producenten willen bestemmen, en de aan de Italiaanse producenten toegekende schadevergoeding tot een minimum willen beperken.

Onjuiste uitlegging en schending van artikel 14 van verordening nr. 2777/75 en kennelijke beoordelingsfout.

Anders dan de Commissie stelt, zou artikel 14 van de betrokken verordening volgens verzoekster niet alleen van toepassing zijn wanneer de verstoringen van de markt worden veroorzaakt doordat de producenten die zich bevinden in een gebied dat onder toezicht en bescherming staat, geen toegang kunnen krijgen tot de markt buiten dat gebied. De Commissie zou namelijk buitengewone ondersteuningsmaatregelen kunnen nemen om weer evenwicht te brengen op de markt waarvoor beperkingen van het vrije verkeer gelden die zouden voortvloeien uit de toepassing van maatregelen ter bestrijding van de verbreiding van veeziekten, ongeacht of die beperkingen betrekking hebben op de producten die een bepaald gebied binnenkomen of uitgaan.

Tenslotte wordt ook schending gesteld van de beginselen van goed bestuur, onpartijdigheid, billijkheid en transparantie.

____________

1 - PB L 282, blz. 77.