Language of document :

Beroep ingesteld op 12 januari 2012 - Laboratoires CTRS / Commissie

(Zaak T-12/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Laboratoires CTRS (Boulogne-Billancourt, Frankrijk) (vertegenwoordigers: K. Bacon, barrister, M. Utges Manley, solicitor, en M. Barnden, solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

krachtens artikel 265 VWEU vaststellen dat verwerende partij heeft nagelaten te handelen, in strijd met artikel 10, lid 2 van verordening (EG) nr. 726/20042;

subsidiair, de beschikking van verwerende partij van 5 december 2011 waarbij een vergunning voor het in de handel brengen wordt geweigerd krachtens verordening (EG) nr. 726/2004, nietig verklaren; en

verwerende partij verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij drie middelen aan.

Eerste middel: met betrekking tot het beroep wegens nalaten, ingesteld krachtens artikel 265 VWEU, is de weigering om een definitieve beschikking vast te stellen inzake de aanvraag voor een vergunning voor Orphacol strijdig met artikel 10, lid 2, van verordening (EG) nr. 726/2004, dat onder meer vereist dat een definitieve beschikking wordt vastgesteld binnen een bepaalde termijn volgens het resultaat van de comitéprocedure.

Tweede middel: met betrekking tot het subsidiaire beroep tot nietigverklaring, ingesteld krachtens artikel 263 VWEU, schendt de verwerende partij, door een beschikking vast te stellen die door het Permanent Comité en door het Comité van Beroep is afgewezen volgens de comitéprocedure, verordening (EU) nr. 182/2011 en verordening (EG) nr. 726/2004.

3.    Derde middel: met betrekking tot het subsidiaire beroep tot nietigverklaring, ingesteld krachtens artikel 263 VWEU, is in de beschikking in elk geval blijk gegeven van een fundamentele onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van richtlijn 2001/83/EG (zoals gewijzigd) en van een ontoereikende motivering in strijd met artikel 296 VWEU.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136, blz. 1).

2 - Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55, blz. 13).

3 - Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311, blz. 67).