Beroep ingesteld op 22 augustus 2008 - Papierfabrik Hamburger-Spremberg / Commissie

(Zaak T-350/08)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Papierfabrik Hamburger-Spremberg GmbH & Co. KG (Spremberg, Duitsland) (vertegenwoordiger: S. Polster, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig te verklaren de bestreden beschikking van de Commissie van 2 april 2008, C(2008) 1107 def., betreffende staatssteun N 582/2007 - Duitsland, volgens welke de regionale steun ten gunste van Propapier PM 2 GmbH & Co. KG verenigbaar is met het EG-Verdrag;

de Commissie te verwijzen in de kosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster komt op tegen beschikking C(2008) 1107 def. van de Commissie van 2 april 2008, waarbij de Commissie de regionale steun die de Bondsrepubliek Duitsland ten gunste van Propapier PM 2 heeft goedgekeurd, verenigbaar met het EG-Verdrag heeft verklaard.

Verzoekster baseert haar beroep op drie middelen:

In de eerste plaats verwijt verzoekster de Commissie dat zij artikel 88, lid 2, EG, artikel 4 van verordening (EG) nr. 659/1999¹ alsmede de punten 68 e.v. van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013² heeft geschonden, doordat zij niet de formele onderzoekprocedure heeft ingeleid.

Met haar tweede middel stelt verzoekster schending van de motiveringsplicht met betrekking tot de exclusieve aard van de richtsnoeren inzake regionale steun, de noodzaak om rekening te houden met de in verhouding tot de markt voor golfbasispapier stroomopwaartse markt voor oud papier en de beoordeling van de concurrentiepositie van de begunstigde van de steun, Propapier PM 2, op deze markten en op de stroomafwaartse markt voor gegolfd karton.

Ten slotte stelt verzoekster met een beroep op de mededingingsverstoring op in totaal drie betrokken productmarkten in verband met het investeringsproject, dat de ten gunste van Propapier PM 2 goedgekeurde regionale steun onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

____________

¹ - Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 83, blz. 1).

² - PB 2006, C 54, blz. 13.