Language of document : ECLI:EU:C:2017:576

Zaak C340/16

Landeskrankenanstalten-Betriebsgesellschaft – KABEG

tegen

Mutuelles du Mans assurances – MMA IARD SA

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Oberste Gerichtshof)

„Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Verordening (EG) nr. 44/2001 – Artikel 9, lid 1 – Artikel 11, lid 2 – Rechterlijke bevoegdheid in verzekeringszaken – Rechtstreekse vordering van de getroffene tegen de verzekeraar – Vordering van de werkgever van de getroffene, een publiekrechtelijke instelling, die wettelijk gesubrogeerd is in de rechten van zijn werknemer jegens de verzekeraar van het betrokken voertuig – Subrogatie”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 20 juli 2017

1.        Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 44/2001 – Bevoegdheid in verzekeringszaken – Doelstellingen – Bescherming van de zwakke partij – Begrip zwakkere partij – Begrip dat een ruimere betekenis heeft dan bij door consumenten gesloten overeenkomsten of individuele arbeidsovereenkomsten

(Verordening nr. 44/2001 van de Raad, hoofdstuk II, afdeling 3)

2.        Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 44/2001 – Bevoegdheid in verzekeringszaken – Vorderingen ingesteld tegen de verzekeraar – Rechtstreekse vordering van de getroffene – Begrip getroffene – Werkgever die het loon van zijn wegens een verkeersongeval afwezige werknemer heeft doorbetaald en is gesubrogeerd in de rechten van die werknemer jegens de maatschappij die de wettelijke aansprakelijkheid voor het bij dat ongeval betrokken voertuig dekt – Daaronder begrepen – Werkgever die deze in een andere lidstaat gevestigde verzekeringsmaatschappij kan oproepen voor de gerechten van de lidstaat waar hij is gevestigd

[Verordening nr. 44/2001 van de Raad, art. 9, lid 1, b), en 11, lid 2]

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(zie punten 28, 32, 36)

2.      Artikel 9, lid 1, onder b), juncto artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat een in een eerste lidstaat gevestigde werkgever die het loon van zijn wegens een verkeersongeval afwezige werknemer heeft doorbetaald en is gesubrogeerd in de rechten van die werknemer jegens de in een tweede lidstaat gevestigde maatschappij die de wettelijke aansprakelijkheid voor het bij dat ongeval betrokken voertuig dekt, als „getroffene” in de zin van deze laatste bepaling die verzekeringsmaatschappij voor de gerechten van de eerste lidstaat kan oproepen, wanneer een rechtstreekse vordering mogelijk is.

(zie punt 39 en dictum)