Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 12 december 2012 – 1. garantovaná/Commissie

(Zaak T‑392/09)

„Mededinging – Mededingingsregelingen – Markt voor calciumcarbide en magnesium voor staal‑ en gasindustrie in de EER, met uitzondering van Ierland, Spanje, Portugal en Verenigd Koninkrijk – Beschikking tot vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG – Prijsvaststelling en marktverdeling – Toerekenbaarheid van inbreukmakend gedrag – Geldboeten – Plafond van 10 % van omzet – Relevante omzet – Rechten van verdediging – Motiveringsplicht – Evenredigheid – Richtsnoeren van 2006 voor berekening van geldboeten – Vermogen om te betalen”

1.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Bewijslast (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 19‑21, 29‑33, 41, 42, 46, 48, 49, 54‑57)

2.                     Mededinging – Regels van de Unie – Inbreuken – Toerekening – Moedermaatschappij en dochterondernemingen – Economische eenheid – Beoordelingscriteria – Moedermaatschappij die zich als gewone financiële belegger gedraagt – Begrip (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 51, 52)

3.                     Mededinging – Administratieve procedure – Mededeling van punten van bezwaar – Vereiste inhoud – Eerbiediging van rechten van verdediging – Opgave van voornaamste gegevens, feitelijk en rechtens, waarvoor geldboete kan worden opgelegd – Opgave toereikend gelet op recht om te worden gehoord betreffende vaststelling van bedrag van geldboete (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 27) (cf. punten 68, 69, 73, 74, 78, 79)

4.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Maximumbedrag – Berekening – Omzet die in aanmerking moet worden genomen – Omzet van boekjaar dat voorafgaat aan datum waarop geldboete wordt opgelegd – Boekjaar gekenmerkt door overdracht van alle activa – Gebruik van omzet van direct voorafgaand boekjaar – Toelaatbaarheid – Schending van rechtszekerheidsbeginsel – Geen (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2) (cf. punten 86‑90, 103‑107)

5.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Afschrikkende werking van geldboete – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Grenzen – Eerbiediging van evenredigheids- en gelijkheidsbeginsel – Verplichting om rekening te houden met verliesgevende financiële toestand van betrokken onderneming – Geen (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 35) (cf. punten 112‑119, 131, 132, 137)

6.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria – Werkelijk vermogen om te betalen van onderneming in specifieke sociaal-economische context – Inaanmerkingneming – Voorwaarden – Geldboete die economische levensvatbaarheid van onderneming onherstelbaar in gevaar brengt – Voorwaarde waaraan niet kan zijn voldaan voor onderneming die heeft besloten tot stopzetting van haar activiteiten en verkoop van haar activa (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punt 35) (cf. punten 142‑144)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van beschikking C(2009) 5791 def. van de Commissie van 22 juli 2009 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER‑Overeenkomst (zaak COMP/39.396 – Reagentia op basis van calciumcarbide en magnesium voor de staal‑ en gasindustrie), voor zover zij verzoekster betreft, en subsidiair verzoek tot verlaging van de bij die beschikking aan verzoekster opgelegde geldboete

Dictum

1) Het beroep wordt verworpen.

2) 1. garantovaná a.s. wordt verwezen in de kosten.