Language of document : ECLI:EU:T:2004:72

Zaak T‑177/02

Malagutti-Vezinhet SA

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Algemene productveiligheid – Communautair systeem van snelle waarschuwing voor levensmiddelen – Beroep tot schadevergoeding”

Samenvatting van het arrest

1.      Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Onrechtmatigheid – Schade – Causaal verband – Ontbreken van een van voorwaarden – Volledige verwerping van beroep tot schadevergoeding

(Art. 288, tweede alinea, EG)

2.      Harmonisatie van wetgevingen – Algemene productveiligheid – Richtlijn 92/59 – Communautair systeem van snelle waarschuwing voor levensmiddelen – Respectieve bevoegdheden van nationale autoriteiten en Commissie

(Richtlijn 92/59 van de Raad)

3.      Harmonisatie van wetgevingen – Algemene productveiligheid – Richtlijn 92/59 – Communautair systeem van snelle waarschuwing voor levensmiddelen – Voorzorgsbeginsel

(Richtlijn 92/59 van de Raad)

1.      De niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap kan slechts ontstaan, indien is voldaan aan een aantal voorwaarden, te weten onrechtmatigheid van de aan de instellingen verweten gedraging, werkelijk geleden schade en een causaal verband tussen de gestelde gedraging en de aangevoerde schade. Zodra aan één van die voorwaarden niet is voldaan, moet het beroep in zijn geheel worden verworpen zonder dat de andere voorwaarden behoeven te worden onderzocht.

(cf. punt 32)

2.      Het communautaire systeem van snelle waarschuwing voor levensmiddelen, dat is ingesteld bij richtlijn 92/59 inzake algemene productveiligheid, legt de verantwoordelijkheid om vast te stellen of er een ernstig en onmiddellijk risico voor de gezondheid van de consument bestaat, uitsluitend bij de nationale autoriteiten, en niet bij de Commissie. Het staat aldus aan de nationale autoriteiten om, nadat zij een ernstig en onmiddellijk risico hebben ontdekt, waarvan de gevolgen zich tot buiten hun grondgebied uitstrekken of zouden kunnen uitstrekken, de Commissie hiervan onverwijld op de hoogte te brengen en haar gegevens te verstrekken om het product en de verhandelingsketen te kunnen identificeren. De Commissie beperkt zich tot de controle of deze informatie als zodanig binnen de werkingssfeer van de richtlijn valt, en controleert niet de juistheid van de vaststellingen en analyses die de nationale autoriteiten ertoe hebben gebracht, deze informatie door te geven.

(cf. punten 51‑52)

3.      Aangezien het erom gaat, risico’s voor de gezondheid van de consument te voorkomen en voorzover er in dit opzicht onzekerheden blijven bestaan, kan de bevoegde instantie op grond van het voorzorgsbeginsel, dat op het gebied van de bescherming van de volksgezondheid geldt, verplicht zijn gepaste maatregelen te nemen ter voorkoming van bepaalde potentiële risico’s voor de volksgezondheid, zonder te wachten totdat de realiteit en de ernst van die risico’s volledig zijn aangetoond. Zo de uitkomst van alle noodzakelijke onderzoeken zou moeten worden afgewacht alvorens dergelijke maatregelen vast te stellen, zou het voorzorgsbeginsel zijn nuttig effect verliezen. Deze redenering geldt ook voor een systeem van snelle informatie zoals dat wat bij richtlijn 92/59 inzake algemene productveiligheid is ingesteld, en bijgevolg moet een onderneming die nadeel ondervindt van dit systeem van snelle waarschuwing dat is ingesteld ter bescherming van de gezondheid van de mens, de negatieve economische gevolgen daarvan aanvaarden, omdat aan de bescherming van de volksgezondheid een groter belang moet worden toegekend dan aan economische overwegingen.

(cf. punt 54)