Language of document :

Beroep ingesteld op 10 maart 2010 - USFSPEI e.a./Raad

(Zaak T-122/10)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Union syndicale fédérale des servics publics européens et internationaux (USFSPEI) (Brussel, België), Giuseppe Calo (Luxemburg, Luxemburg), Jean-Pierre Tytgat (Mamer, Luxemburg) (vertegenwoordigers: J.-N. Louis, A. Coolen, B. Cambier, L. Renders, S. Pappas, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Nietigverklaring van verordening (EU, Euratom) nr. 1296/2009 van de Raad van 23 december 2009 houdende aanpassing met ingang van 1 juli 2009 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen, onder instandhouding van de gevolgen daarvan tot de aanneming van een nieuwe verordening door de Raad overeenkomstig het voorstel van de Commissie, met werking vanaf 1 juli 2009;

Veroordeling van de Raad tot betaling aan verzoekers Calo en Tytgat, alsmede aan de overige ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie, de achterstallige bedragen aan bezoldiging en pensioenen waarop zij recht hebben sinds 1 juli 2009, vermeerderd met de vertragingsrente waarvan het bedrag moet worden berekend volgens de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor de basisherfinancieringstransacties heeft vastgesteld, vermeerderd met 2 punten;

Veroordeling van de Raad tot betaling van het symbolische bedrag van 1 EUR ter vergoeding van de immateriële schade die is ontstaan als gevolg van de dienstfout welke is begaan door de aanneming van de onrechtmatige verordening nr. 1296/2009 van 23 december 2009;

Verwijzing van de Raad van de Europese Unie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vorderen verzoekers de nietigverklaring van verordening (EU, Euratom) nr. 1296/2009 van de Raad van 23 december 2009 houdende aanpassing met ingang van 1 juli 2009 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen.1

Tot staving van hun beroep stellen verzoekers onrechtmatigheid van verordening nr. 1296/2009, misbruik van procedure, en schending van de uit artikel 4, lid 3, VEU voortvloeiende beginselen van loyale samenwerking en onderlinge samenhang.

Zij beroepen zich voorts op schending van de artikelen 65 en 65bis van het Statuut, van de artikelen 1 en 3 van bijlage XI daarbij, alsook van het parallellismebeginsel, het vertrouwensbeginsel en het beginsel "patere legem quam ipse fecisti".

Ten slotte stellen zij schending van de motiveringsplicht en van het evenredigheidsbeginsel.

____________

1 - PB L 348, blz. 10.