Beschikking van het Gerecht van 26 mei 2014 – AK/Commissie
(Zaak T-288/13 P)1
(„Hogere voorziening – Openbare dienst – Ambtenaren – Beoordeling – Loopbaanontwikkelingsrapport – Beoordelingsjaren 2001/2002, 2004, 2005 en 2008 – Te late opstelling van loopbaanontwikkelingsrapporten – Immateriële schade – Verlies van kans op bevordering – Hogere voorziening deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond”)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirante: AK (Esbo, Finland) (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. de Abreu Caldas, S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en É. Marchal, vervolgens D. de Abreu Caldas en J.-N. Louis, advocaten)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Berscheid en C. Berardis-Kayser, gemachtigden, bijgestaan door B. Wägenbaur, advocaat)
Voorwerp
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Derde kamer) van 13 maart 2013, AK/Commissie (F-91/10, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), en strekkende tot vernietiging van dat arrest
Dictum
De hogere voorziening wordt afgewezen.
AK draagt haar eigen kosten alsmede de kosten die de Europese Commissie in het kader van deze procedure heeft gemaakt.
________________________1 PB C 233 van 10.8.2013.