Language of document :

Beroep ingesteld op 6 juni 2011 - Heitkamp BauHolding/Commissie

(Zaak T-287/11)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Heitkamp BauHolding GmbH (Herne, Duitsland) (vertegenwoordiger: W. Niemann, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de beschikking van verweerster van 26 januari 2011, zoals gerectificeerd op 15 april 2011, voor zover verzoekster weet nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. nietig verklaren.

verweerster verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster de volgende middelen aan.

De saneringsclausule van § 8, sub c, lid 1, sub a, van het Duitse Körperschaftssteuergesetz (wet inzake vennootschapsbelasting; hierna: "KStG") is geen steunmaatregel in de zin van artikel 107 VWEU. Reeds bij de indeling van het referentiestelsel begaat verweerster een fout door uit te gaan van het referentiestelsel "bepalingen inzake de aftrek van verliezen bij vennootschappen die een deelneming verwerven". Feitelijk bestaat dit referentiestelsel veeleer uit de in de tijd onbeperkte overboeking van verliezen, die als uitvloeisel van het objectieve nettobeginsel eveneens van toepassing is in het vennootschapsbelastingrecht.

De in § 8, sub c, van het KStG voorziene schrapping van de overboeking van verliezen moet daarom als een uitzondering worden gekwalificeerd, terwijl de saneringsclausule van § 8, sub c, lid 1, sub a, van het KStG dan weer een uitzondering op de uitzondering is, zodat de normale regel geldt en het beginsel van de financiële draagkracht ook bij een sanering van toepassing is.

Verweerster stelt weliswaar dat "het Duitse stelsel inzake vennootschapsbelasting in de huidige versie het referentiestelsel is", maar verliest uit het oog dat de rechtssituatie in de Bondsrepubliek Duitsland op grond van het Wachstumsbeschleunigungsgesetz (Duitse wet inzake de bevordering van de economische groei) gewijzigd is. Na de invoering van de clausule inzake de stille reserves in § 8, sub c, van het KStG worden bij de wijziging van de aandeelhoudersstructuur van gezonde ondernemingen verliezen en overgeboekte verliezen ten belope van de stille reserves zeker gesteld. In dit opzicht kan de clausule inzake de stille reserves voor gezonde ondernemingen worden gezien als de tegenhanger van de saneringsclausule voor crisisondernemingen, omdat anders ondernemingen die moeten worden gesaneerd zelfs structureel zouden worden benadeeld.

Het door verweerster bestreden verschil in behandeling in de saneringsclausule, tussen economisch gezonde ondernemingen en ondernemingen die moeten worden gesaneerd is in dat opzicht geen selectieve maatregel, maar eerder de concretisering van het grondwettelijke beginsel van de financiële draagkracht, dat van oudsher in de Duitse grondwet is verankerd. Het gaat dus over de interne logica van het referentiestelsel. De saneringsclausule is in dat opzicht precies verenigbaar met de grondbeginselen en richtsnoeren van het Duitse stelsel.

Uitgaande van de basisbeginselen is de invoeging van de saneringsclausule in § 8, sub c, KStG in elk geval een "door de aard of de interne opbouw van het systeem gerechtvaardigde" maatregel die deze interne opbouw slechts gedeeltelijk weer doet gelden.

____________