Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 25 januari 2002 ingesteld door Giuseppe Atzeni en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-21/02)

    (Procestaal: Italiaans)

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 25 januari 2002 beroep tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen ingesteld door bovengenoemde verzoekers, vertegenwoordigd door G. Dore en F. Ciulli, advocaten.

Verzoekers concluderen dat het het Gerecht behage:

( krachtens artikel 230 EG beschikking 612/97 van de Commissie onwettig te verklaren en deze beschikking derhalve nietig te verklaren in haar geheel of, subsidiair, voorzover daarbij terugvordering van de door de Italiaanse staat aan verzoekers toegekende steun wordt gelast;

( verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De beschikking waartegen het onderhavige beroep is gericht, is dezelfde als die waartegen is opgekomen in zaak T-4/02, Erven Arca Delio e.a./Commissie1.

Ter ondersteuning van hun vorderingen stellen verzoekers:

( Verweerster was niet bevoegd om de die beschikking te geven, omdat de mededingingsregels in beginsel niet van toepassing zijn op het gebied van de landbouw. Met betrekking tot de nadere bepalingen van verordening nr. 26/62 stellen zij dat er casu geen steun voor de productie van of de handel in landbouwproducten is verleend; het ging er slechts om landbouwbedrijven die volgens de regio Sardinië objectief gezien in een ongunstige situatie verkeerden, weer de nodige liquiditeiten te bezorgen. Bovendien wordt in die verordening bepaald dat de steunregeling alleen van toepassing is in samenhang met artikel 88, lid 1 en lid 3, eerste zin.

( De betrokken steun bestaat reeds sedert 1928. Welnu bij de vaststelling van de bestreden beschikking heeft de Commissie de procedure van artikel 88, lid 1, overgeslagen.

( Schending van de gemeenschapsregeling betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur, en van de "Communautaire kaderregeling voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden".

Verder stellen verzoekers dat de motiveringsplicht niet is nagekomen.

C

____________

1 - PB C 56 van 2 maart 2002, blz. 20.