Language of document :

Beroep ingesteld op 4 juni 2012 - Versalis/Commissie

(Zaak T-241/12)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Versalis SpA (San Donato Milanese, Italië) (vertegenwoordigers: L. Nascimbene en M. Siragusa, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de bestreden handeling, waarbij de Commissie heeft geoordeeld dat was voldaan aan de voorwaarden om de sanctieprocedure jegens Versalis SpA en ENI SpA te heropenen, nietig te verklaren en de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen het besluit dat zou zijn vervat in de brief van de Europese Commissie van 23 april 2012 (D/2012/042050, in zaak COMP/F/38.638 - Butadieenrubber en door polymerisatie in emulsie verkregen styreen-butadieenrubber - Nieuwe beschikking), waarbij de Commissie aan Versalis SpA heeft medegedeeld dat zij besloten heeft in het kader van de procedure COMP/F/38.638 - Butadieenrubber en door polymerisatie in emulsie verkregen styreen-butadieenrubber een nieuwe mededeling van punten van bezwaar en een nieuw inbreukbesluit vast te stellen waarin haar een boete zal worden opgelegd. Deze brief vormt een vervolg op het arrest van 13 juli 2011 in zaak T-59/07, waarin het Hof de inbreukbeschikking nietig heeft verklaard voor zover zij betrekking had op het verwijt aan verzoekster en aan ENI, als hoofdelijk verbonden schuldenaren, van de verzwarende omstandigheid van recidive, en de boete opnieuw heeft berekend.

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij een enkel middel aan.

Met haar enige middel voert verzoekster aan dat de Commissie niet bevoegd is de sanctieprocedure jegens haar te heropenen om een nieuw inbreukbesluit vast te stellen. Verzoekster stelt inzonderheid dat de sanctiebevoegdheid van de Commissie jegens Versalis SpA met betrekking tot de feiten die het voorwerp zijn van de procedure COMP/F/38.638 - Butadieenrubber en door polymerisatie in emulsie verkregen styreen-butadieenrubber, is uitgeput na de vaststelling van beschikking C(2006) 5700 def. van de Commissie van 29 november 2006, die door het Gerecht nietig is verklaard en herzien bij het arrest van 13 juli 2011 in zaak T-59/07, waartegen momenteel hogere voorziening voor het Hof van Justitie aanhangig is.

____________