Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 14 maart 2014 – HeidelbergCement/Commissie
(Zaak T‑302/11)
„Mededinging – Administratieve procedure – Besluit houdende een verzoek om inlichtingen – Noodzakelijkheid van gevraagde inlichtingen – Motiveringsplicht – Evenredigheid”
1. Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Vermelding van de rechtsgronden en van het doel van het verzoek – Draagwijdte – Niet-nakoming van de motiveringsplicht – Geen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 26, 29, 36, 42)
2. Mededinging – Administratieve procedure – Eerbiediging van de rechten van verdediging – Mogelijkheid voor de betrokken onderneming om pas na toezending van de mededeling van punten van bezwaar zich ten volle op deze rechten te beroepen (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad) (cf. punten 32, 33, 37)
3. Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Vermelding van de rechtsgronden en van het doel van het verzoek – Vereiste van een noodzakelijk verband tussen de gevraagde inlichtingen en de onderzochte inbreuk – Beoordelingsmarge van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Omvang (Art. 101 VWEU; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 34, 52)
4. Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Bevoegdheden van de Commissie – Beperking – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel – Verzoek om reeds in het bezit van de Commissie zijnde inlichtingen – Schending van dit beginsel – Verzoek tot verduidelijking van reeds verstrekte gegevens – Toelaatbaarheid (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 72‑74, 76, 79)
5. Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Bevoegdheden van de Commissie – Bevoegdheid om een verzoek te doen dat de formalisatie van de gevraagde gegevens impliceert – Grenzen (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18) (cf. punten 85, 86)
6. Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Bevoegdheden van de Commissie – Beperking – Eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel – Antwoordtermijn van de onderneming – Beoordeling van de evenredigheid (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punten 92, 104‑107)
7. Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Rechten van verdediging – Recht op absoluut stilzwijgen – Geen – Recht om een antwoord te weigeren dat de erkenning van een inbreuk inhoudt (Art. 101 VWEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47 en 48, lid 2; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18) (cf. punten 118‑120)
8. Mededinging – Administratieve procedure – Verzoek om inlichtingen – Rechten van verdediging – Recht om een antwoord te weigeren dat de erkenning van een inbreuk inhoudt – Vragen van de Commissie die dergelijke antwoorden tot gevolg hebben – Beoordeling (Verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 18) (cf. punten 121, 134‑136)
Voorwerp
| Verzoek tot nietigverklaring van besluit C(2011) 2361 definitief van de Commissie van 30 maart 2011 betreffende een procedure op grond van artikel 18, lid 3, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (zaak 39520 – cement en aanverwante producten) |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | HeidelbergCement AG wordt verwezen in de kosten, daaronder begrepen die van het kort geding. |