Language of document :

Beroep ingesteld op 14 augustus 2013 – Unión de Almacenistas de Hierros de España/Commissie

(Zaak T-419/13)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Unión de Almacenistas de Hierros de España (Madrid, Spanje) (vertegenwoordigers: A. Creus Carreras, A. Valiente Martin, C. Maldonado Márquez, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het bestreden besluit van de Commissie van 18 juni 2013 nietig verklaren;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure, en,

als maatregel tot organisatie van de procesgang, de Commissie gelasten aan het Gerecht de documenten over te leggen waartoe zij de toegang heeft geweigerd, om het Gerecht in staat te stellen het desbetreffende onderzoek uit te voeren en de juistheid van het in het verzoekschrift gestelde te controleren.

Middelen en voornaamste argumenten

In februari 2013 heeft Unión de Almacenistas de Hierro de España (UAHE) op grond van het coördinatiemechanisme met de nationale autoriteiten van artikel 11, lid 4, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1) verzocht om toegang tot bepaalde documenten waarover de Europese Commissie beschikt. In concreto vroeg verzoekster toegang tot alle tussen het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie en de Spaanse mededingingsautoriteit uitgewisselde documenten en mededelingen betreffende boeteprocedures S-106/08, Almacenes de Hierro, en S-254/10, Hierros Extremadura.

Na een eerste verlenging van de termijn tot 11 april 2013 heeft de Commissie UAHE een mededeling gezonden, waarin zij

a)    toegang verleende tot de aan de Spaanse mededingingsautoriteit gezonden ontvangstbevestigingen met betrekking tot de twee boeteprocedures, en

b)    verzoekster informeerde dat zij geen informatie had over die procedures en dat de informatie waarover zij beschikte was beschermd door de uitzonderingen van artikel 4 van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43).

UAHE heeft haar verzoek herhaald en, na een eerste verlenging van de termijn met 15 dagen, heeft de Commissie haar op 18 juni een nieuwe brief gestuurd, waarin zij meedeelde dat zij de termijn om op de betrokken verzoeken om toegang te antwoorden, onbeperkt verlengde.

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Onjuiste opvatting van het recht bij de uitlegging van artikel 4 van verordening nr. 1049/2001, doordat de Commissie de toepasselijkheid van de uitzonderingen van die bepaling op de in casu aan de orde zijnde verzoeken om toegang niet concreet en afzonderlijk heeft onderzocht.

Schending van artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001, doordat de gevraagde informatie geen gegevens bevat die afbreuk kunnen doen aan de commerciële belangen van derden. Die informatie kan hoe dan ook afbreuk doen aan de belangen van verzoekster zelf.

Schending van artikel 4, lid 2, derde streepje, van verordening nr. 1049/2001, doordat het begrip onderzoeken in dat artikel slechts op onderzoeken door communautaire, en niet door nationale, instellingen of organen betrekking kan hebben. Voorts zijn de in beide procedures onderzochte feiten verjaard.

Schending van artikel 4, lid 3, tweede alinea, van verordening nr. 1049/2001, doordat de Commissie in de context van de gevraagde documenten geen besluiten neemt, aangezien zij een louter passieve rol vervult en alleen documenten ontvangt of opmerkingen formuleert. Voorts kan de aangevoerde uitzondering hoe dan ook slechts op interne documenten worden toegepast.