Language of document : ECLI:EU:T:2014:567





Beschikking van het Gerecht (Zevende kamer) van 5 juni 2014 – Stanleybet Malta en Stanley International Betting/Commissie

(Zaak T‑416/13)

„Beroep tot nietigverklaring – Mededinging – Exploitatie van videoloterijterminals – Toekenning van een exclusieve vergunning door Griekenland – Beschikking tot afwijzing van een klacht – Niet voor beroep vatbare handeling – Niet ontvankelijkheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Weigering van de Commissie om het onderzoek van een klacht waarbij haar is verzocht te handelen krachtens artikel 106, lid 3, VWEU, voort te zetten – Daarvan uitgesloten – Niet-ontvankelijkheid (Art. 106, lid 3, VWEU en 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punten 19‑22)

2.                     Mededinging – Ondernemingen die door de lidstaten verleende bijzondere of uitsluitende rechten genieten – Exclusieve vergunning voor de exploitatie van videoloterijterminals – Beroep op artikel 106 VWEU om een einde te maken aan mededingingsverstorende gedragen vanwege de ondernemingen – Onrechtmatigheid – Passende rechtsgrondslag – Artikelen 101 VWEU en 102 VWEU (Art. 101 VWEU, 102 VWEU, 106 VWEU en 263, vierde alinea, VWEU) (cf. punten 24, 25, 30, 36‑38)

Voorwerp

Nietigverklaring van het besluit van de Commissie, in haar brief van 10 juni 2013, waarbij zij verzoeksters heeft meegedeeld dat zij hun klacht afwees en het dossier in zaak COMP/39.981, Stanleybet Group 2/OPAP, afsloot

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Op de verzoeken tot interventie van de Helleense Republiek en Organismos Prognostikon Agonon Podosfairou AE (OPAP) hoeft niet te worden beslist.

3)

Stanleybet Malta Ltd en Stanley International Betting Ltd dragen hun eigen kosten en die van de Europese Commissie.