Language of document :

Arrest van het Gerecht van 5 april 2017 – CPME e.a./Raad

(Zaak T-422/13)1

[„Dumping – Invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India, Thailand en Taiwan – Nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen – Voorstel van de Commissie om deze maatregelen te verlengen – Besluit van de Raad om de procedure van het nieuwe onderzoek te beëindigen zonder deze maatregelen vast te stellen – Beroep tot nietigverklaring – Artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1225/2009 – Waarschijnlijkheid dat opnieuw aanmerkelijke schade zal optreden – Artikel 21, lid 1, van verordening nr. 1225/2009 – Belang van de Unie – Kennelijke beoordelingsfouten – Motiveringsplicht – Beroep tot schadevergoeding”]

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Committee of Polyethylene Terephthalate (PET) Manufacturers in Europe (CPME) (Brussel, België) en de 10 andere verzoekende partijen die in de bijlage worden genoemd (vertegenwoordigers: L. Ruessmann, advocaat, en J. Beck, solicitor)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: S. Boelaert en J.-P. Hix, gemachtigden, bijgestaan door B. O’Connor, solicitor, en S. Gubel, advocaat)

Interveniënte aan de zijde van de verzoekende partijen: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-F. Brakeland, A. Demeneix en M. França, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: European Federation of Bottled Waters (EFBW) (Brussel, België), Caiba, SA (Paterna, Spanje), Coca-Cola Enterprises Belgium (CCEB) (Anderlecht, België), Danone (Parijs, Frankrijk), Nestlé Waters Management & Technology (Issy-les-Moulineaux, Frankrijk), Pepsico International Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) en Refresco Gerber BV (Rotterdam, Nederland) (vertegenwoordiger: E. McGovern, barrister)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot gedeeltelijke nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2013/226/EU van de Raad van 21 mei 2013 houdende verwerping van het voorstel voor een uitvoeringsverordening van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India, Taiwan en Thailand naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1225/2009, en tot beëindiging van de procedure van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Indonesië en Maleisië, voor zover bij het voorstel een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India, Taiwan en Thailand wordt ingesteld (PB 2013, L 136, blz. 12), voor zover bij dit uitvoeringsbesluit het voorstel tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van oorsprong uit India, Taiwan en Thailand is verworpen en de procedure van het nieuwe onderzoek met betrekking tot die invoer is beëindigd, alsook een verzoek krachtens artikel 268 VWEU tot vergoeding van de schade die verzoeksters naar eigen zeggen hebben geleden

Dictum

Uitvoeringsbesluit 2013/226/EU van de Raad van 21 mei 2013 houdende verwerping van het voorstel voor een uitvoeringsverordening van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India, Taiwan en Thailand naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 1225/2009, en tot beëindiging van de procedure van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Indonesië en Maleisië, voor zover bij het voorstel een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India, Taiwan en Thailand wordt ingesteld, wordt nietig verklaard, voor zover hierbij het voorstel tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van oorsprong uit India, Taiwan en Thailand is verworpen en de procedure van het nieuwe onderzoek met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit die drie landen is beëindigd.

De verzoeken tot schadevergoeding worden afgewezen.

Het Committee of Polyethylene Terephthalate (PET) Manufacturers in Europe (CPME), Cepsa Química, SA, Equipolymers Srl, Indorama Ventures Poland sp. z o.o., Lotte Chemical UK Ltd, M & G Polimeri Italia SpA, Novapet, SA, Ottana Polimeri Srl, UAB Indorama Polymers Europe, UAB Neo Group en UAB Orion Global pet dragen hun eigen kosten, met uitzondering van die welke in punt 5) hieronder worden genoemd.

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten.

De European Federation of Bottled Waters (EFBW), Caiba, SA, Coca-Cola Enterprises Belgium (CCEB), Danone, Nestlé Waters Management & Technology, Pepsico International Ltd en Refresco Gerber BV dragen naast hun eigen kosten die welke verzoeksters door hun interventie hebben gemaakt.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.

____________

1     PB C 325 van 9.11.2013.