Language of document :

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 4 februari 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale amministrativo regionale per il Lazio - Italië) – Azienda Agricola Ambrosi Nicola Giuseppe e.a./Agenzia per le Erogazioni in Agricoltura (AGEA), Ministero delle Politiche Agricole e Forestali

(Zaak C-640/19)1

[Prejudiciële verwijzing – Landbouw – Gemeenschappelijke ordening van de markten – Verordening (EG) nr. 1234/2007 – Melkquota – Overschotheffingen – Melk voor de productie van kaas met een beschermde oorsprongsbenaming (BOB) die bestemd is om te worden uitgevoerd naar derde landen – Daarvan uitgesloten – Artikel 32, onder a), artikel 39, lid 1 en lid 2, onder a), artikel 40, lid 2, en artikel 41, onder b), VWEU – Evenredigheidsbeginsel en non-discriminatiebeginsel – Geldigheid]

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale amministrativo regionale per il Lazio

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Azienda Agricola Ambrosi Nicola Giuseppe, Azienda Agricola Castagna Giovanni, Soc. Azienda Agricola Castellani Enio, Nereo e Giuliano Ss, Azienda Agricola De Fanti Maria Teresa, Azienda Agricola Giacomazzi Vilmare, Soc. Azienda Agricola Iseo di Lunardi Giampaolo e Silvano Ss, Soc. Azienda Agricola Mastrolat di Mastrotto Franco e Luca Ss, Azienda Agricola Righetti Michele e Damiano, Azienda Agricola Scandola Stefano e Gianni, Azienda Agricola Tadiello Roberto, Azienda Agricola Turazza Mario, Azienda Agricola Zuin Tiziano, 2 B Società Agricola Srl, Azienda Agricola Fracasso Claudio, Azienda Agricola Pozzan Mirko

Verwerende partijen: Agenzia per le Erogazioni in Agricoltura (AGEA), Ministero delle Politiche Agricole e Forestali

Dictum

De artikelen 55, 65 en 78 van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 248/2008 van de Raad van 17 maart 2008, moeten aldus worden uitgelegd dat de hoeveelheden melk die worden gebruikt voor de productie van kazen met een beschermde oorsprongsbenaming die bestemd zijn voor export naar derde landen, niet van de berekening van de nationale quota voor de productie van melk en andere zuivelproducten en van de overschotheffingen worden uitgesloten.

Uit het onderzoek van de derde prejudiciële vraag is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid van de artikelen 55, 65 en 78 van verordening nr. 1234/2007, zoals gewijzigd bij verordening nr. 248/2008, kunnen aantasten.

____________

1 PB C 399 van 25.11.2019.