Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Tribunal Judiciaire de Paris (Frankrijk) op 14 november 2023 – Procureur de la République/Société SWIFTAIR

(Zaak C-701/23, SWIFTAIR)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal Judiciaire de Paris

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Procureur de la République

Verwerende partij: Société SWIFTAIR

Prejudiciële vragen

Moet artikel 54 SUO1 , gelezen in het licht van artikel 50 van het Handvest2 , aldus worden uitgelegd dat een voor hoger beroep vatbare beschikking van buitenvervolgingstelling die in een overeenkomstsluitende staat door een rechterlijke instantie is gegeven na een grondig onderzoek van de zaak en die voortzetting van de procedure uitsluit behalve in geval van nieuwe tenlasteleggingen, moet worden aangemerkt als een onherroepelijk vonnis in de zin van dit artikel, ook al heeft deze beschikking van buitenvervolgingstelling in de overeenkomstsluitende staat waar zij is gegeven niet alle gevolgen van een beslissing met volledig gezag van gewijsde?

Moet artikel 54 SUO, gelezen in het licht van artikel 50 van het Handvest, aldus worden uitgelegd dat in het geval van een beschikking van buitenvervolgingstelling die als een onherroepelijk vonnis geldt, waardoor zij de in deze tekst bedoelde ne bis in idem-bescherming kan bieden, de ‚persoon die bij onherroepelijk vonnis [...] is berecht’ moet worden begrepen als elke persoon die tijdens het onderzoek is beschuldigd en naar wiens handelen of nalaten een onderzoek is ingesteld, ook al was deze persoon in de onderzoeksfase formeel niet het voorwerp van enige tenlastelegging of dwangmaatregel?

a) Moet artikel 54 SUO, gelezen in het licht van artikel 50 van het Handvest, aldus worden uitgelegd dat natuurlijke personen wier handelingen zijn verricht bij de uitoefening van hun vennootschappelijke functies, ten gunste en voor rekening van de rechtspersoon die zij vertegenwoordigen, moeten worden beschouwd als dezelfde persoon als de rechtspersoon zelf, waardoor het verboden is om een rechtspersoon in een overeenkomstsluitende staat te vervolgen wanneer de wettelijke vertegenwoordigers ervan reeds in een andere overeenkomstsluitende staat‚ bij onherroepelijk vonnis [zijn] berecht’ in de zin van het Unierecht, ook al is de rechtspersoon zelf in laatstgenoemde staat nooit op persoonlijke titel vervolgd?

b) Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, moet artikel 54 SUO, gelezen in het licht van artikel 50 van het Handvest, dan in een dergelijk geval aldus worden uitgelegd dat de rechtspersoon ne bis in idem-bescherming moet genieten, zelfs indien de rechtspersoon hoe dan ook niet strafrechtelijk kon worden vervolgd in de overeenkomstsluitende staat waar het onherroepelijke vonnis is gegeven, hetzij omdat de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen in die staat niet rechtstreeks bestaat, hetzij omdat de rechtspersoon alleen strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor strafbare feiten aan de omschrijving waarvan de feiten die het voorwerp vormen van de procedure, niet beantwoorden?

____________

1 Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB 2000, L 239, blz. 19).

1 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.