Language of document :

Beroep ingesteld op 27 december 2013 – Ricoh Belgium/Raad

(Zaak T-691/13)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Ricoh Belgium NV (Vilvoorde, België) (vertegenwoordigers: N. Braeckevelt en A. de Visscher, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

de beslissing van de Raad van 29 oktober 2013 om het perceel 4 van de opdracht “Aankoop of huur van multifunctionele zwart-wittoestellen en bijbehorende onderhoudsdiensten in de gebouwen die worden gebruikt door het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie - referentienummer 2013/S 83-138901” niet te gunnen aan NV Ricoh Belgium, maar wel aan een andere firma, nietig te verklaren;

verwerende partij te veroordelen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan de schending van het transparantiebeginsel van artikel 15 VWEU en artikel 298 VWEU, alsmede artikel 102, lid 1, van Verordening nr. 966/20121 .

Concreet heeft verwerende partij de (snelheid van de) printtoestellen van verzoekende partij, hoewel daaromtrent niets was vermeld in het toepasselijke bestek, getest vanaf het ogenblik van de opstart ervan en niet op het ogenblik dat zij het meest performant in werking zijn. Hierdoor verschillen de metingen/waarden in de offerte van verzoekende partij dan ook van de metingen/waarden die volgen uit de testresultaten, die uiteindelijk lager uitvallen en bijgevolg een nadelige score opleveren. Verzoekende partij kan niet nagaan of de machines van haar concurrente in dezelfde (nadelige) omstandigheden zijn getest. Bovendien heeft verwerende partij na het voltooien van de tests voor dit subgunningscriterium (criterium C “Technische evaluatie van de toestellen op basis van tests”) een berekening en score opgetekend en die aan verzoekende partij overhandigd. Deze score (met name 41,2%) verschilt uiteindelijk van de score die in de tabel in de Bestreden Beslissing werd opgenomen (met name 38,61%).

Tweede middel, ontleend aan de schending van de motiveringsplicht zoals die volgt uit artikel 113, lid 2, van Verordening nr. 966/2012 en artikel 161, lid 3, van de Gedelegeerde Verordening Nr. 1268/20122 alsook van de verplichting om bij offerte-aanvragen de opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige inschrijver, zoals volgt uit artikel 110, lid 2, van Verordening nr. 966/2012 en artikel 149, lid 1, sub b), van de Gedelegeerde Verordening Nr. 1268/2012.

In de achteraf aan verzoekende partij verschafte nadere toelichting betoogde verwerende partij dat zij initieel een vergissing had begaan en de testresultaten hadden moeten worden vergeleken met de normen opgenomen in het bestek (kopie en print aan 100 per minuut) en niet met de normen die waren opgenomen in de door verzoekende partij ingediende offerte (kopie en print aan 110 per minuut).

Hoewel verwerende partij de zogenaamde correctie in de finale score verklaart door het feit dat de testresultaten moesten worden beoordeeld ten opzichte van een lagere norm (vergelijking op 100 in plaats van op 110), blijkt verzoekende partij hierdoor onbegrijpelijkerwijze, volstrekt (rekenkundig) onlogisch – en bovendien zonder enige concrete berekening of motivering – plots een lagere score te hebben verkregen (38,61 punten in plaats van 41,2 punten, terwijl net een hogere score van 44,3 punten kon worden verwacht indien werd vergeleken met de besteksnormen).

Gelet op het zeer summiere totale verschil tussen beide inschrijvers voor lot 4, nl. 90,81 punten voor andere firma versus 89,67 punten voor verzoekende partij, moest verzoekende partij bij een correcte berekening dan ook als economisch meest voordelige inschrijver worden aangeduid.

____________

1 Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298, blz. 1).

2 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362, blz. 1).