Language of document :

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 oktober 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Mercantil nr. 1 de Pontevedra - Spanje) - Aurora Sousa Rodríguez, Yago López Sousa, Rodrigo Puga Lueiro, Luis Rodríguez González, María del Mar Pato Barreiro, Manuel López Alonso, Yaiza Pato Rodríguez/Air France

(Zaak C-83/10)1

(Prejudiciële verwijzing - Luchtvervoer - Verordening (EG) nr. 261/2004 - Artikel 2, sub l - Compensatie aan luchtreizigers in geval van annulering van vlucht - Begrip "annulering" - Artikel 12 - Begrip "verdere compensatie" - Compensatie naar nationaal recht)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Juzgado de lo Mercantil nr. 1 de Pontevedra

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Aurora Sousa Rodríguez, Yago López Sousa, Rodrigo Puga Lueiro, Luis Rodríguez González, María del Mar Pato Barreiro, Manuel López Alonso, Yaiza Pato Rodríguez

Verwerende partij: Air France

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Juzgado de lo Mercantil de Pontevedra - Uitlegging van de artikelen 2, sub l, 8, 9 en 12 van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46, blz. 1) - Begrip "annulering van een vlucht" - Technische defecten - Begrip "verdere compensatie" - Recht op schadevergoeding naar nationaal recht

Dictum

Het begrip "annulering", zoals omschreven in artikel 2, sub l, van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91, moet aldus worden uitgelegd dat het, in een situatie zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, niet uitsluitend betrekking heeft op het geval waarin het betrokken vliegtuig helemaal niet vertrekt, maar ook op het geval waarin dit vliegtuig wel is vertrokken, maar om welke reden ook later gedwongen is terug te keren naar de luchthaven van vertrek en de passagiers van de betrokken vlucht naar andere vluchten zijn omgeboekt.

Het begrip "verdere compensatie" in artikel 12 van verordening nr. 261/2004 moet aldus worden uitgelegd dat het de nationale rechter de mogelijkheid biedt om onder de in het Verdrag van Montreal tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer of in het nationale recht bepaalde voorwaarden de schade te vergoeden, met inbegrip van immateriële schade, die voortvloeit uit de niet-uitvoering van de luchtvervoerovereenkomst. De nationale rechter kan dit begrip "verdere compensatie" echter niet als rechtsgrondslag gebruiken om de luchtvervoerder te veroordelen tot terugbetaling aan de passagiers wier vlucht is vertraagd of werd geannuleerd, van de kosten die dezen hebben gemaakt ten gevolge van het verzuim van de betrokken vervoerder om de in de artikelen 8 en 9 van de verordening bedoelde bijstand en verzorging te bieden.

____________

1 - PB C 113 van 1.5.2010.