Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 31 oktober 2003 ingesteld door Antonio Milano tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-362/03)

    Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 31 oktober 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Antonio Milano, vertegenwoordigd door S. Scarano, advocaat.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren het op 31 maart 2003 bij brief van 24 maart 2003 aan verzoeker meegedeelde besluit van de Europese Commissie ( Bureau voor Personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen ( waarbij de jury op het verzoek van de heer Milano om een nieuw onderzoek heeft beslist om zijn sollicitatie niet in aanmerking te nemen, alsook het besluit van de Commissie van 10 februari 2003 waarbij de jury heeft beslist om verzoeker niet tot de mondelinge proef van vergelijkend onderzoek COM/A/4/02 voor administrateurs toe te laten, en het besluit van het TABG van 17 juli 2003, waarbij de op 24 april 2003 bij DG ADMIN onder nummer R/187/03 ingeschreven klacht van verzoeker in de zin van artikel 90, lid 2, van het Statuut is afgewezen;

(verweerster te veroordelen tot integrale vergoeding van de geleden materiële en morele schade;

(verweerster in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen het besluit van de jury van vergelijkend onderzoek COM/A/4/02 voor administrateurs, georganiseerd op basis van stukken en een mondelinge proef, met het oog op de vorming van een wervingsreserve voor de post van hoofd van de vertegenwoordiging te Rome, rang A3, waarbij is beslist om verzoeker niet tot de mondelinge proef van dit vergelijkend onderzoek toe te laten.

Verzoeker komt in het bijzonder op tegen de motivering dat hij geen grondige kennis zou hebben van de communautaire instellingen, programma's en beleidsdomeinen.

Tot staving van zijn beroep stelt verzoeker dat deze motivering onjuist, ontoereikend, onlogisch en niet passend is.

____________