Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 8 september 2021 –
JA/Parlement
(Zaak T‑156/20)
„Openbare dienst – Tijdelijke functionarissen – Politieke fractie – Ontslag – Kennelijke beoordelingsfout – Misbruik van bevoegdheid – Recht om te worden gehoord – Gelijke behandeling – Zorgplicht – Beginsel van behoorlijk bestuur – Aansprakelijkheid”
1. Ambtenaren – Tijdelijke functionarissen – Tijdelijke functionarissen in de zin van artikel 2, onder c) van de Regeling andere personeelsleden – Tijdelijk functionaris die is tewerkgesteld bij een politieke fractie van het Parlement – Ontbinding van de politieke fractie – Gevolg – Beëindiging van de overeenkomst – Verplichting van het Parlement om de betrokkene tewerk te stellen bij een nieuwe fractie – Geen verplichting
[Regeling andere personeelsleden, art. 2, c); reglement van orde van het Europees Parlement, art. 33 en 34, lid 3]
(zie punten 17‑24, 116, 117)
2. Gerechtelijke procedure – Maatregelen tot organisatie van de procesgang – Verzoek om overlegging van documenten – Beoordelingsbevoegdheid van de Unierechter – Verplichtingen van de verzoeker
[Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 88, lid 2, en 89, lid 3, d)]
(zie punten 47‑49, 127)
3. Ambtenaren – Tijdelijke functionarissen – Tijdelijke functionarissen in de zin van artikel 2, onder c), van de Regeling andere personeelsleden – Aanstelling bij een politieke fractie van het Parlement – Discretionaire bevoegdheid van die fractie – Afwijzing van de sollicitatie – Verplichting van de secretaris-generaal van het Parlement om de betrokkene te horen – Geen verplichting
[Regeling andere personeelsleden, art. 2, c)]
(zie punten 100‑103, 117)
4. Ambtenaren – Tijdelijke functionarissen – Tijdelijke functionarissen in de zin van artikel 2, onder c) van de Regeling andere personeelsleden – Tijdelijk functionaris die is tewerkgesteld bij een politieke fractie van het Parlement – Verbreking van de vertrouwensband – Mogelijkheid van ontslag
[Regeling andere personeelsleden, art. 2, c)]
(zie punt 122)
5. Beroepen van ambtenaren – Middel ontleend aan schending van het beginsel van gelijke behandeling – Omkering van de bewijslast – Voorwaarden
(Ambtenarenstatuut, art. 1 quinquies, lid 1; Regeling andere personeelsleden, art. 10, leden 1 en 5)
(zie punten 123, 124)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 270 VWEU tot, ten eerste, nietigverklaring van het besluit van het Parlement van 4 juli 2019 tot beëindiging van verzoekers overeenkomst van tijdelijk functionaris en, ten tweede, vergoeding van de immateriële schade die hij door dat besluit zou hebben geleden
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | JA wordt verwezen in de kosten. |