Beschikking van het Gerecht van 23 november 2023 – D'Agostino/ECB
(Zaak T-326/23) 1
(„Beroep tot schadevergoeding – Economisch en monetair beleid – Verklaring van de president van de ECB tijdens een persconferentie – Bevoegdheidsverdeling tussen de organen van de ECB – Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die particulieren rechten toekent – Causaal verband – Beroep dat kennelijk ongegrond is”)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Aldo D'Agostino (Napels, Italië) (vertegenwoordiger: M. De Siena, advocaat)
Verwerende partij: Europese Centrale Bank (vertegenwoordigers: O. Heinz, M. Ioannidis, L. Cardone en M. Szablewska, gemachtigden)
Voorwerp
Met zijn beroep krachtens artikel 268 VWEU verzoekt verzoeker om vergoeding van de schade die hij zou hebben geleden als gevolg van een verklaring die de president van de Europese Centrale Bank (ECB) op 12 maart 2020 heeft afgelegd.
Dictum
Het beroep wordt kennelijk rechtens ongegrond verklaard.
Aldo D’Agostino wordt verwezen in de kosten.
____________
1 PB C 278 van 7.8.2023.