Language of document : ECLI:EU:T:2014:1027





Beschikking van het Gerecht (Vijfde kamer) van 4 december 2014 –
Talanton/Commissie

(Zaak T‑165/13)

„Arbitragebeding – Overeenkomsten Pocemon en Perform gesloten in het kader van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007‑2013) – Subsidiabele kosten – Terugbetaling van voorschotten – Auditrapport – Geen procesbelang – Belang van declaratoire aard – Niet-ontvankelijkheid”

1.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Verzoekschrift strekkende tot herstel van de door een instelling van de Unie veroorzaakte schade – Middel zonder enige precisering aan de hand waarvan de gegrondheid kan worden beoordeeld – Niet-ontvankelijkheid (Art. 340, tweede alinea, VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c en d) (cf. punt 32)

2.                     Gerechtelijke procedure – Niet-ontvankelijkheidsgronden van openbare orde – Ambtshalve onderzoek door de rechter – Noodzaak van het bestaan van een procesbelang tot aan de uitspraak van de rechterlijke beslissing – Schending van het recht op effectieve rechterlijke bescherming en van het doeltreffendheidsbeginsel – Geen (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 113 en 114, leden 3 en 4) (cf. punten 34, 35, 69, 71, 75)

3.                     Gerechtelijke procedure – Adiëring van het Gerecht op basis van een arbitragebeding – Overeenkomsten gesloten in kader van specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie – Weigering van de Commissie om bepaalde voorschotten die in uitvoering van de overeenkomsten aan de ontvanger zijn betaald, aan te merken als subsidiabele kosten – Verzoek tot terugbetaling van de voorschotten – Beroep door de ontvanger ingesteld tegen de brief van de Commissie waarin zij aankondigt een debetnota op te stellen – Geen definitieve aangifte van de schuldvordering – Geen procesbelang – Niet-ontvankelijkheid van beroep (Art. 272 VWEU; verordening nr. 1605/2002 van de Raad; besluit nr. 1982/2006 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punten 36, 37, 40, 41, 53)

4.                     Begroting van de Europese Unie – Financiële bijstand van de Unie – Verplichting van de ontvanger om de voorwaarden voor toekenning van steun in acht te nemen – Verantwoording van de gemaakte kosten – Procedure door de Commissie ingesteld tot terugvordering van de betaalde voorschotten – Verdeling van de bewijslast (Art. 272 VWEU; besluit nr. 1982/2006 van het Europees Parlement en de Raad) (cf. punt 72)

Voorwerp

Beroep krachtens de artikelen 272 VWEU en 340, eerste alinea, VWEU strekkende tot vaststelling door het Gerecht, enerzijds, dat de Commissie haar contractuele verbintenissen niet is nagekomen door haar weigering om bepaalde aan verzoekster betaalde voorschotten in uitvoering van de subsidieovereenkomsten Perform en Pocemon te beschouwen als subsidiabele kosten, en, anderzijds, dat een bepaald deel van die bedragen niet hoeft te worden terugbetaald en de door de Commissie vastgestelde schadevergoeding niet hoeft worden betaald

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Talanton AE – Symvouleftiki-Ekpaideftiki Etaireia Dianomon, Parochis Ypiresion Marketing kai Dioikisis Epicheiriseon wordt verwezen in de kosten, met inbegrip van die van de procedure in kort geding.