Language of document :

Beroep ingesteld op 4 april 2024 – DP en DQ / EAVB

(Zaak T-183/24)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: DP en DQ (vertegenwoordiger: N. Flandin, advocaat)

Verwerende partij: Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

Conclusies

Verzoekers verzoeken het Gerecht:

het onderhavige beroep ontvankelijk te verklaren;

het onderhavige beroep gegrond te verklaren voor zover:

verweerster een voldoende gekwalificeerde schending heeft begaan van rechtsregels die rechten toekennen aan particulieren, en in het bijzonder van artikel 339 VWEU en van het beginsel van behoorlijk bestuur zoals neergelegd in artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;

verzoekers immateriële schade hebben geleden;

de door verzoekers geleden immateriële schade rechtstreeks voortvloeit uit bovengenoemde onwettigheden;

bijgevolg:

de vergoeding van de door verzoekers geleden schade te gelasten;

verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van hun beroep betogen verzoekers dat in casu is voldaan aan de voorwaarden van artikel 340 VWEU om verweerster aansprakelijk te kunnen stellen.

1.    Wat de eerste voorwaarde betreft - verweersters onrechtmatige gedrag bij de verwerking van verzoekers' vertrouwelijke gegevens: schending van artikel 339 VWEU en van artikel 41 van het Handvest; gebrek aan motivering, gebrek aan onpartijdigheid van de externe onderzoeker, gebrek aan deskundigheid van de externe onderzoeker.

2.    Wat de tweede voorwaarde – de schade – betreft: verzoekers hebben immateriële schade geleden.

3.    Wat de derde voorwaarde – het oorzakelijk verband – betreft: de immateriële schade vloeit rechtstreeks voort uit de onrechtmatige verwerking van verzoekers' gegevens door verweerster.

____________