Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 14 februari 2003 ingesteld door Lafarge SA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-54/03)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 14 februari 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Lafarge SA, gevestigd te Parijs, vertegenwoordigd door Henry Lesguillons, Nathalie Jalbert-Doury, Jean-Cyril Bermond, Antoine Winckler, François Brunet en Igor Simic, advocaten.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(de beschikking van de Commissie van 27 november 2002 in zaak COMP/E-1/37.152 nietig te verklaren voorzover zij betrekking heeft op Lafarge SA en Lafarge Gypsum International SA;

(subsidiair, de bij die beschikking opgelegde geldboete in te trekken of te verlagen;

(de Commissie van de Europese Gemeenschappen te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De beschikking waartegen met dit beroep wordt opgekomen, betreft een kartel tussen BPB, Gebruder Knauf Westdeutsche Gipswerke AG, Gyproc Benelux en verzoekster op de markt van gipsplaten.

Tot staving van haar vordering stelt verzoekster dat de Commissie artikel 81 EG heeft geschonden en kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt nu in de beschikking wordt gesteld dat Lafarge SA heeft deelgenomen aan één ingewikkelde en voortdurende inbreuk, hetgeen zij betwist.

Verzoekster meent ook:

(dat verweerster haar door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces heeft geschonden;

(dat verweerster wezenlijke vormvoorschriften en de rechten van de verdediging heeft geschonden. In dat verband stelt zij dat verweerster gebruik heeft gemaakt van verklaringen van de partijen bij de procedure en dat in de procedure het beginsel van wapengelijkheid voortdurend is geschonden;

(dat verweerster het beginsel van onpartijdigheid heeft geschonden.

Tot staving van haar subsidiaire vordering stelt verzoekster dat verweerster artikel 15, lid 2, van verordening nr. 17/62, artikel 253 EG, het evenredigheidsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling heeft geschonden:

(door verzoekster een geldboete op te leggen van meer dan 10 % van haar omzet op wereldschaal;

(door verzoekster één geldboete op te leggen voor gestelde verschillende inbreuken;

(door het "uitgangsbedrag" wegens verzwarende omstandigheden en ter afschrikking te verhogen;

(door een buitensporige vermenigvuldigingsfactor toe te passen;

(door de geldboete niet te verminderen wegens verzachtende omstandigheden of krachtens de mededeling van de Commissie inzake clementie(1).

____________

1 - ) (PB 1996, C 207, blz. 4.