Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 19 februari 2003 ingesteld door TQ3 Travel Solutions GmbH en TQ3 Travel Solutions EMEA GmbH tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.

    (Zaak T-59/03)

    Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 19 februari 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door TQ3 Travel Solutions GmbH, Bremen, Duitsland, en TQ3 Travel Solutions EMEA GmbH, Bremen, Duitsland, vertegenwoordigd door T. Jestaedt, C. Thomas en T. Loest, advocaten.

Verzoeksters concluderen dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren de beschikking van de Commissie van 9 december 2002 houdende afwijzing van verzoeksters klacht in zaak COMP/A.38321D2-TQ3 Travel Solutions GmbH/Opodo Limited;

(de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters zijn actief in de reisbureausector, in het bijzonder op het gebied van diensten voor zakenreizen per vliegtuig en verwante diensten.

Op 3 november 2000 werd een joint venture tot oprichting van Opodo Limited, een on-linereisportaal van negen van de grootste Europese luchtvaartmaatschappijen bij de Commissie aangemeld. Na de bekendmaking van de Commissie waarin de door de aanmelders voorgestelde ondernemingen werden genoemd en de Commissie haar voornemen kenbaar maakte vergunning voor de joint venture te verlenen, diende een van verzoeksters formeel een klacht tegen de oprichting van Opodo in wegens schending van de artikelen 81 en 82 EG-Verdrag. In de bestreden beschikking wijst de Commissie deze klacht af.

Tot staving van hun verzoek stellen verzoeksters een kennelijke beoordelingsfout en schending van de verplichting van de Commissie klachten naar behoren te onderzoeken wat het risico van een onderling afgestemde gedraging in de zin van artikel 81, lid 1, EG-Verdrag betreft.

Opodo is een gemeenschappelijk verkoopbureau, dat is opgericht door concurrenten die het grootste deel van de luchtvaartsector vertegenwoordigen, en deze luchtvaartmaatschappijen volgens verzoeksters volop gelegenheid biedt om hun prijzen op elkaar af te stemmen. Volgens verzoeksters heeft de Commissie zich schuldig gemaakt aan een kennelijke beoordelingsfout toen zij tot de conclusie kwam dat de ondernemingen ervoor zullen zorgen dat Opodo niet wordt gebruikt voor de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie en dat Opodo niet zal worden gebruikt als een middel voor de aandeelhouders om hun mededingingsgedrag op elkaar af te stemmen.

Verzoeksters stellen voorts schending van de verplichting van de Commissie klachten naar behoren te onderzoeken, schending van verzoeksters' recht een antwoord op hun klacht te ontvangen, en kennelijke beoordelingsfout ten aanzien van de verstoring van de mededinging in de distributie van vliegbiljetten in de zin van artikel 81, lid 1, EG-Verdrag.

Volgens verzoeksters ging de Commissie voorbij aan het bijzondere punt in de klacht dat Opodo artikel 81, lid 1, EG-Verdrag heeft geschonden omdat Opodo ertoe strekte om en tot gevolg zou hebben de luchtvaartmaatschappijen in staat te stellen de distributie van vliegbiljetten gezamenlijk te controleren, waardoor zelfstandige reisbureaus uit de markt zouden worden geconcurreerd.

Ten slotte stellen verzoeksters schending van de verplichting van de Commissie klachten naar behoren te onderzoeken, een onjuiste rechtsopvatting en een kennelijke beoordelingsfout wat de discriminatie in de zin van artikel 82, tweede alinea, EG-Verdrag betreft.

Volgens verzoeksters heeft de Commissie de in de klacht verstrekte prijsvergelijkingen die wijzen op discriminatie, niet naar behoren onderzocht. Verzoeksters stellen dat de Commissie blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door zich op het standpunt te stellen dat de weigering van lager geprijsde vliegbiljetten kan worden gerechtvaardigd doordat verzoeksters zich richten tot zakenlui, en een beoordelingsfout heeft gemaakt door de relevantie van de prijsvergelijkingen te verwerpen.

____________