Language of document : ECLI:EU:T:2016:308

Gevoegde zaken T‑423/13 en T‑64/14

Good Luck Shipping LLC

tegen

Raad van de Europese Unie

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met als doel het voorkomen van nucleaire proliferatie in Iran – Bevriezing van tegoeden – Onjuiste rechtsopvatting – Rechtsgrondslag – Beoordelingsfout – Geen bewijs”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 24 mei 2016

1.      Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen tegen Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht

(Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 2, en 47; besluiten 2010/413/GBVB en 2013/270/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 267/2012 en nr. 522/2013 van de Raad)

2.      Europese Unie – Rechterlijk toezicht op de rechtmatigheid van de handelingen van de instellingen – Beperkende maatregelen tegen Iran – Maatregelen ter bestrijding van nucleaire proliferatie – Omvang van het toezicht – Uitsluiting van elementen die na de vaststelling van het bestreden besluit ter kennis van de instelling zijn gebracht

(Besluiten 2010/413/GBVB en 2013/270/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 267/2012 en nr. 522/2013 van de Raad)

3.      Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Rechten van de verdediging – Mededeling van de bezwarende elementen – Later besluit waarbij de naam van de verzoeker wordt gehandhaafd op de lijst van personen voor wie die maatregelen gelden

(Besluiten 2010/413/GBVB en 2013/270/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 267/2012 en nr. 522/2013 van de Raad)

4.      Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van de verdediging – Beperkende maatregelen tegen Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Recht van toegang tot de documenten – Recht afhankelijk van een verzoek in die zin bij de Raad

(Besluiten 2010/413/GBVB en 2013/270/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 267/2012 en nr. 522/2013 van de Raad)

5.      Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Strekking – Absoluut gezag van gewijsde – Gevolgen van een arrest houdende nietigverklaring dat gezag van gewijsde heeft – Middel van openbare orde dat door de Unierechter ambtshalve kan worden opgeworpen

(Art. 264 VWEU)

6.      Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Handelingen met beperkende maatregelen die worden toegepast op entiteiten die in handen zijn van of onder zeggenschap staan van een entiteit waarvan de tegoeden zijn bevroren – Nietigverklaring van de beperkende maatregelen ten aanzien van laatstgenoemde entiteit – Gevolgen – Ongeldigheid van de beperkende maatregelen ten aanzien van de entiteiten die in handen zijn van of onder zeggenschap staan van die entiteit

(Besluiten 2010/413/GBVB en 2013/270/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 267/2012 en nr. 522/2013 van de Raad)

7.      Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Iran – Bevriezing van de tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Handelingen met beperkende maatregelen die worden toegepast op entiteiten die in handen zijn van of onder zeggenschap staan van een entiteit waarvan de tegoeden zijn bevroren – Nietigverklaring, wegens niet-inachtneming van de algemene plaatsingscriteria, van de beperkende maatregelen ten aanzien van laatstgenoemde entiteit – Gevolgen – Ongeldigheid van de beperkende maatregelen ten aanzien van de entiteiten die in handen zijn of onder zeggenschap staan van die entiteit – Wijziging van de algemene plaatsingscriteria – Irrelevant

(Besluiten 2010/413/GBVB en 2013/661/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 267/2012 en nr. 1154/2013 van de Raad)

8.      Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Beperking door het Hof – Beperkende maatregelen tegen Iran – Gedeeltelijke nietigverklaring op twee verschillende tijdstippen van twee handelingen met identieke beperkende maatregelen – Gevaar van ernstige aantasting van de rechtszekerheid – Handhaving van de gevolgen van de eerste handeling tot aan de inwerkingtreding van de nietigverklaring van de tweede handeling

(Art. 264, tweede alinea, VWEU en art. 266 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 56, eerste alinea, en 60, tweede alinea; besluiten 2010/413/GBVB, 2013/270/GBVB en 2013/661/GBVB van de Raad; verordeningen nr. 267/2012, nr. 522/2013 en nr. 1154/2013 van de Raad)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 46‑52)

2.      De rechtmatigheid van een handeling waarbij ten aanzien van een entiteit beperkende maatregelen zijn vastgesteld, kan in beginsel slechts worden beoordeeld op grond van de feitelijke en juridische gegevens op basis waarvan die handelingen zijn vastgesteld, en niet op grond van gegevens die ter kennis van de Raad zijn gebracht nadat die handelingen waren vastgesteld, zelfs niet wanneer laatstbedoelde van oordeel zou zijn dat die gegevens de in die handelingen genoemde redenen geldig zouden kunnen aanvullen en als grondslag voor vaststelling van die handelingen zouden kunnen dienen.

(cf. punt 55)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 56, 57, 60, 63‑65)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 62)

5.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 76)

6.      De plaatsing van een entiteit op de lijst van personen of entiteiten waarop de beperkende maatregelen betrekking hebben vanwege haar banden met een andere entiteit waarvan de naam op die lijst is geplaatst, is slechts geldig als op het moment van plaatsing de naam van die andere entiteit rechtsgeldig op die lijst is geplaatst. De bevriezing van tegoeden van entiteiten die eigendom zijn van een entiteit waarvan de naam rechtsgeldig op de lijst in kwestie is geplaatst, onder haar zeggenschap staan of namens die andere entiteit handelen – noodzakelijk en geschikt om de doeltreffendheid van de tegen laatstgenoemde entiteit genomen maatregelen te verzekeren en te garanderen dat die maatregelen niet worden omzeild – is namelijk niet meer gerechtvaardigd wanneer de naam van die andere entiteit niet rechtsgeldig op de lijst is geplaatst.

De Raad geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting door het besluit om de plaatsing van de naam van een entiteit te handhaven op de lijst van personen of entiteiten waarop de beperkende maatregelen betrekking hebben, te baseren op haar banden met een andere entiteit waarvan de naam op die lijst is geplaatst, als de plaatsing van de naam van die andere entiteit later uit de rechtsorde is verdwenen ten gevolge van een arrest houdende nietigverklaring. Zelfs als de gevolgen van de plaatsing van de naam van die andere entiteit op de lijst van personen of entiteiten waarop de beperkende maatregelen betrekking hebben bij het arrest houdende nietigverklaring tot afloop van de termijn voor hogere voorziening zouden zijn gehandhaafd, is namelijk die plaatsing bij het verstrijken van die termijn niettemin met terugwerkende kracht uit de rechtsorde verdwenen.

(cf. punten 77, 79, 83)

7.      Wanneer het Gerecht beperkende maatregelen die tegen bepaalde personen en entiteiten zijn vastgesteld ter voorkoming van nucleaire proliferatie in Iran, nietig verklaart en in het arrest houdende nietigverklaring een termijn vaststelt waarbinnen de gevolgen van de nietigverklaring worden opgeschort om de Raad in staat te stellen de vastgestelde schendingen ongedaan te maken door indien nodig nieuwe algemene criteria vast te stellen voor plaatsing op de lijst van personen of entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden, alsmede nieuwe beperkende maatregelen vast te stellen met als doel de tegoeden van de betrokken entiteiten voor de toekomst te bevriezen, kunnen maatregelen die bij het arrest houdende nietigverklaring onrechtmatig zijn bevonden, noch op basis van de nieuwe algemene plaatsingscriteria noch op basis van de nieuwe beperkende maatregelen geldig worden verklaard.

Bovendien heeft de loutere wijziging, in de periode van opschorting van de gevolgen van de nietigverklaring, van die algemene plaatsingscriteria niet tot gevolg dat, zodra die wijziging heeft plaatsgevonden, de plaatsingen op de betrokken lijsten, die zijn gedaan op grond van eerdere algemene plaatsingscriteria en die na het einde van de periode van opschorting van de gevolgen van de nietigverklaring met terugwerkende kracht uit de rechtsorde zijn verdwenen alsof zij nooit hadden bestaan, geldig worden.

De Raad heeft bijgevolg blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te besluiten de plaatsing van een entiteit te handhaven op de lijst van personen of entiteiten waarop de beperkende maatregelen betrekking hebben vanwege haar banden met een andere entiteit waarvan de plaatsing op die lijst nietig is verklaard, zelfs als dit besluit om de plaatsing te handhaven heeft plaatsgevonden na de vaststelling van nieuwe algemene criteria voor plaatsing op de lijst van personen of entiteiten die zijn onderworpen aan beperkende maatregelen teneinde te waarborgen dat de plaatsing van de naam van die andere entiteit in overeenstemming wordt met die nieuwe algemene plaatsingscriteria.

(cf. punten 80, 97, 100)

8.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten101‑106)