Language of document :

Beroep ingesteld op 8 oktober 2007 - Daskalakis / Commissie

(Zaak F-107/07)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Constantin Daskalakis (Brussel, België) (vertegenwoordiger: S. A. Pappas, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig te verklaren de beschikking van het tot aanstelling bevoegd gezag van 28 juni 2007 voor zover verzoeker daarbij geen aanvullende toelage als bedoeld in artikel 7, lid 2, Ambtenarenstatuut voor langer dan een jaar wordt verleend;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeker, een ambtenaar die is aangewezen om ad interim een ambt van hoofd van een eenheid te vervullen, komt op tegen de beschikking waarbij de Commissie heeft geweigerd bij de berekening van zijn salaris rekening te houden met de toelage die hem als hoofd van een eenheid ad interim was toegekend, op grond dat deze toelage volgens artikel 7, lid 2, Ambtenarenstatuut slechts voor één jaar kan worden verleend, zelfs indien verzoeker na het verstrijken van die periode nog steeds het ambt van hoofd van een eenheid vervult.

Verzoeker stelt dat de in die bepaling gestelde termijn enkel betrekking heeft op de duur van de tewerkstelling ad interim en geen invloed heeft op de daarbij behorende bezoldiging, indien de tewerkstelling ad interim langer dan een jaar duurt. Indien de administratie niet in staat is binnen een jaar in de vacature te voorzien, kan zij volgens verzoeker haar eigen verzuim niet aanvoeren tegen de ambtenaar die het ambt ad interim langer dan een jaar vervult.

Verzoeker stelt voorts schending van de plicht om rekening te houden met het welzijn van de ambtenaren en van het beginsel van behoorlijk bestuur. De Commissie had niet alleen het belang van de dienst maar ook dat van de betrokken ambtenaar in aanmerking moeten nemen.

Subsidiair benadrukt verzoeker dat hij als hoofd van een eenheid ad interim is aangesteld omdat ingevolge het verplichte mobiliteitsplan de bekleder van het betrokken ambt van functie moest veranderen. Om die reden stelt hij dat zijn zaak moet vallen onder artikel 7, lid 2, laatste alinea, Ambtenarenstatuut volgens hetwelk de duur van de tewerkstelling ad interim meer dan één jaar kan bedragen, wanneer zij, direct of indirect, strekt tot vervanging van een ambtenaar die in het belang van de dienst is gedetacheerd.

____________