Language of document : ECLI:EU:C:2017:544

Zaak C‑633/15

London Borough of Ealing

tegen

Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

[verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de First-tier Tribunal (Tax Chamber)]

„Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Vrijstellingen voor diensten welke nauw samenhangen met de beoefening van sport – Artikel 133 – Uitsluiting van de vrijstelling in geval van gevaar voor verstoring van de mededinging ten nadele van btw-plichtige commerciële ondernemingen – Diensten verricht door publiekrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 13 juli 2017

1.        Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Vrijstellingen – Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang – Diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding – Uitsluiting van de vrijstelling in geval van gevaar voor verstoring van de mededinging – Publiekrechtelijke instellingen die deze diensten verrichten – Nationale regeling die voorziet in de toepassing van die vrijstelling op die publiekrechtelijke instellingen – Toelaatbaarheid

[Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 132, lid 1, m), en 133, eerste en tweede alinea, d)]

2.        Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Vrijstellingen – Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang – Diensten die nauw verband houden met sportbeoefening of lichamelijke opvoeding – Uitsluiting van de vrijstelling in geval van gevaar voor verstoring van de mededinging – Publiekrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk die deze diensten verrichten – Nationale regeling volgens welke die vrijstelling alleen wordt toegepast op publiekrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk – Ontoelaatbaarheid

[Richtlijn 2006/112 van de Raad, art. 132, lid 1, m), en 133, eerste en tweede alinea, d)]

1.      Artikel 133, tweede alinea, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een regeling van een lidstaat die de verlening van de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde (btw) aan publiekrechtelijke instellingen die diensten verrichten welke nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding in de zin van artikel 132, lid 1, onder m), van deze richtlijn, afhankelijk stelt van de naleving van de voorwaarde van artikel 133, eerste alinea, onder d), van die richtlijn, ofschoon, enerzijds, deze lidstaat op 1 januari 1989 niet al die diensten aan btw onderwierp en, anderzijds, de betrokken diensten niet van btw waren vrijgesteld alvorens de naleving van die voorwaarde verplicht was gesteld.

(zie punt 26 en dictum 1)

2.      Artikel 133, tweede alinea, van richtlijn 2006/112 moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, voor zover deze de verlening van de btw-vrijstelling aan publiekrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk die diensten verrichten welke nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding in de zin van artikel 132, lid 1, onder m), van deze richtlijn, afhankelijk stelt van de naleving van de voorwaarde van artikel 133, eerste alinea, onder d), van die richtlijn, zonder deze voorwaarde ook toe te passen op niet-publiekrechtelijke instellingen zonder winstoogmerk die dergelijke diensten verrichten.

(zie punt 33 en dictum 2)