Beroep ingesteld op 26 september 2012 - Gaumina UAB / Europees Instituut voor gendergelijkheid

(Zaak T-424/12)

Procestaal: Litouws

Partijen

Verzoekende partij: Gaumina UAB (Vilnius, Litouwen) (vertegenwoordiger: Saulius Aviža, advocaat)

Verwerende partij: Het Europees Instituut voor gendergelijkheid

Conclusies

Het besluit van het Europees Instituut voor gendergelijkheid van 26 juli 2012 tot afwijzing van de offerte van Gaumina UAB in aanbestedingsprocedure nr. EIGE/2012/ADM/13 nietig verklaren;

Het Europees Instituut voor gendergelijkheid verplichten om de aanbestedingsprocedure voort te zetten en de offerte van Gaumina UAB in aanbestedingsprocedure nr. EIGE/2012/ADM/13 te beoordelen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

Eerste middel: schending van het beginsel van transparantie, en niet-motivering van het besluit

Verzoekster betoogt dat het Europees Instituut voor gendergelijkheid, door uitvoering te geven aan aanbestedingsprocedure nr. EIGE/2012/ADM/13 betreffende diensten ter ondersteuning van communicatieactiviteiten, krachtens verordening nr. 1605/2002², verordening nr. 2342/2002, verordening nr. 1922/2006 en de voorwaarden voor aanbesteding, in strijd heeft gehandeld met de verplichting om een inschrijver te informeren over de gronden voor afwijzing van zijn offerte (artikel 100, lid 2, van verordening nr. 1605/2002) en met het beginsel van transparantie (artikel 89, lid 1, van verordening nr. 1605/2002), en dat het Europees Instituut voor gendergelijkheid haar offerte heeft afgewezen op basis van subjectieve en abstracte criteria zonder dit besluit te motiveren, en zonder het aantal toegekende punten te vermelden - zelfs niet na een aanvullend verzoek om informatie.

Tweede middel: onjuiste beoordeling van verzoeksters offerte en niet-motivering van het besluit tot afwijzing van de offerte

Volgens verzoekster heeft het Europees Instituut voor gendergelijkheid haar technische offerte onjuist beoordeeld en in strijd gehandeld met de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie (artikel 89, lid 1, van verordening nr. 1605/2002), toen het haar offerte afwees op grond dat aan het technische gedeelte ervan een onvoldoende aantal punten was toegekend, hoewel de offerte voldeed aan de voorwaarden van de aanbesteding en aan de doelstellingen van de overeenkomst. Het feit dat de offerte onjuist was beoordeeld wordt ook bevestigd door het feit dat verweerder geen redenen of uitleg heeft gegeven betreffende de individuele punten die waren toegekend voor de beoordelingscriteria, en evenmin informatie heeft verstrekt over het aantal punten dat was toegekend aan de technische offerte als geheel.

____________

¹ - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248, blz. 1).

² - Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357, blz. 1).

³ - Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403, blz. 9).