Language of document : ECLI:EU:T:2016:41





Arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 28 januari 2016 –
Oostenrijk/Commissie

(Zaak T‑427/12)

„Staatssteun – Bankensector – Steunverlening door Duitsland en Oostenrijk ten gunste van de Bayerische Landesbank in het kader van haar herstructurering – Besluit waarbij de steun onder bepaalde voorwaarden verenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Intrekking van het oorspronkelijke besluit dat in een andere taal dan die van de lidstaat was opgesteld – Beroep tot nietigverklaring – Handeling waartegen beroep kan worden ingesteld – Ontvankelijkheid – Begrip staatssteun – Voordeel – Rechten van verdediging – Motiveringsplicht”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Besluit waarbij een aangemelde maatregel als staatssteun wordt aangemerkt en verenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Daaronder begrepen (Art. 263 VWEU) (cf. punten 27‑31)

2.                     Beroep tot nietigverklaring – Beroepen van lidstaten – Beroep tegen het besluit van de Commissie waarbij een aangemelde maatregel als staatssteun wordt aangemerkt en verenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Ontvankelijkheid niet afhankelijk van het aantonen van procesbelang (Art. 263 VWEU) (cf. punten 29‑30)

3.                     Gerechtelijke procedure – Besluit dat in de loop van het geding in de plaats komt van het bestreden besluit – Nieuw gegeven – Verruiming van de aanvankelijke conclusies en middelen (cf. punten 38‑41)

4.                     Steunmaatregelen van de staten – Administratieve procedure – Recht van de belanghebbenden om te worden gehoord – Omvang – Rechterlijke toetsing – Beoordeling aan de hand van de gegevens die beschikbaar waren op het tijdstip van de vaststelling van het besluit (Art. 108, lid 2, VWEU en 263 VWEU; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 6) (cf. punten 45‑55)

5.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit van de Commissie inzake staatssteun (Art. 107 VWEU en 296 VWEU) (cf. punten 59‑62)

6.                     Steunmaatregelen van de staten – Begrip – Verlening van een voordeel aan de begunstigden – Overheidsinterventie die de lasten verlicht die normaliter op de begroting van een onderneming drukken – Daaronder begrepen (Art. 107, lid 1, VWEU) (cf. punten 69‑80)

7.                     Steunmaatregelen van de staten – Verbod – Afwijkingen – Steun die als verenigbaar met de interne markt kan worden aangemerkt – Steun aan de financiële sector in het kader van de financiële crisis – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Grenzen (Art. 107, lid 3, VWEU; mededeling 2009/C 195/04 van de Commissie) (cf. punten 81‑94)

8.                     Economisch en monetair beleid – Economisch beleid – Verbod voor de Unie of een lidstaat om in te staan voor de verbintenissen van een andere lidstaat of deze over te nemen – Verlenen van financiële bijstand aan een lidstaat die blijft instaan voor zijn eigen verbintenissen jegens zijn schuldeisers – Financiële bijstand die niet afdoet aan de aanmoediging voor de begunstigde lidstaat om een gezond begrotingsbeleid te voeren – Toelaatbaarheid (Art. 125 VWEU) (cf. punten 100‑101)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van artikel 1, leden 1, onder d), en 2, van besluit C (2012) 5062 def. van de Commissie van 25 juli 2012 betreffende steunmaatregel SA.28487 (C 16/2009 ex N 254/2009) die door de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Oostenrijk ten uitvoer is gelegd ten gunste van de Bayerische Landesbank, alsmede, ten gevolge van de intrekking van dat besluit bij artikel 1 van besluit (EU) 2015/657 van de Commissie van 5 februari 2013 betreffende steunmaatregel SA.28487 (C 16/2009 ex N 254/2009) die door Duitsland en Oostenrijk ten uitvoer is gelegd ten gunstige van de Bayerische Landesbank (PB 2015, L 109, blz. 1), verzoek tot nietigverklaring van artikel 2, leden 1, onder d), en 2, van dit laatste besluit

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Republiek Oostenrijk wordt verwezen in de kosten.