Language of document : ECLI:EU:T:2013:410





Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 6 september 2013 – Good Luck Shipping/Raad

(Zaak T‑57/12)

„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Motiveringsplicht – Kennelijke beoordelingsfout”

1.                     Gerechtelijke procedure – Besluit dat of verordening die in loop van geding in plaats van bestreden handeling komt – Nieuw gegeven – Verruiming van aanvankelijke conclusies en middelen (cf. punten 19‑22)

2.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting tot mededeling van motivering aan belanghebbende tegelijk met vaststelling van voor hem bezwarende handeling – Grenzen – Veiligheid van Unie en lidstaten of onderhouden van internationale betrekkingen – Regularisering van motiveringsgebrek tijdens gerechtelijke procedure – Ontoelaatbaarheid (Art. 296 VWEU; verordeningen van de Raad nr. 961/2010, art. 36, lid 3, en nr. 267/12, art. 46, lid 3; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 24, lid 3) (cf. punten 27‑31, 48)

3.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Besluit genomen in aan belanghebbende gekende context zodat hij strekking van hem betreffende maatregel kan begrijpen – Toelaatbaarheid van beknopte motivering (Art. 296 VWEU; verordeningen van de Raad nr. 961/2010, art. 36, lid 3, en nr. 267/2012, art. 46, lid 3; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 24, lid 3) (cf. punten 32, 47)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Verplichting om de activiteiten van deelname en ondersteuning van adressaat voor rekening van aan proliferatie meewerkende entiteiten nader te omschrijven – Geen niet‑nakoming van motiveringsplicht (Art. 296 VWEU; verordeningen van de Raad nr. 961/2010, art. 16, lid 2, sub a, en nr. 267/12, art. 23, lid 2, sub a en e; besluit 2010/413/GBVB van de Raad, art. 20, lid 1, sub b en 24, leden 2 en 3) (cf. punten 39, 40, 42‑44, 48)

5.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van voorwerp van geschil – Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen – Algemene verwijzing naar middelen en argumenten die door andere verzoeker in samenhangende zaak zijn aangevoerd – Niet‑ontvankelijkheid (Statuut van het Hof van Justitie, art. 21; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punten 55‑58)

6.                     Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in loop van geding – Middel gebaseerd op gegevens waarvan in loop van behandeling is gebleken – Middel dat voor het eerst in repliek wordt aangevoerd – Niet‑ontvankelijkheid – Grenzen – Middelen gesteund op tijdens procedure aan het licht gebrachte elementen (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2) (cf. punten 59, 60, 71)

7.                     Europese Unie – Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten of lichamen die zich bezighouden met of medewerking verlenen aan nucleaire proliferatie – Rechterlijk wettigheidstoezicht – Omvang – Verplichting om concrete bewijzen over te leggen en concrete informatie te verstrekken met oog op controle daarvan (cf. punt 64)

8.                     Beroep tot nietigverklaring – Arrest houdende nietigverklaring – Gevolgen – Beperking door Hof – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran – Nietigverklaring op twee verschillende tijdstippen van twee handelingen met identieke beperkende maatregelen – Gevaar voor ernstige aantasting van rechtszekerheid – Handhaving van gevolgen van eerste handeling tot aan inwerkingtreding van nietigverklaring van tweede handeling (Art. 264, tweede alinea, VWEU en 280 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 56, eerste alinea, en 60, tweede alinea; verordening nr. 267/2012 van de Raad; besluit 2011/783/GBVB van de Raad) (cf. punten 74‑76)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van, ten eerste, besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319, blz. 71), ten tweede, uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319, blz. 11) en, ten derde, verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), voor zover die handelingen verzoekster betreffen

Dictum

1)

Worden nietig verklaard, voor zover zij betrekking hebben op Good Luck Shipping LLC:

–        besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran;

–        uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran;

–        verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010.

2)

De gevolgen van besluit 2011/783 worden ten aanzien van Good Luck Shipping gehandhaafd totdat de nietigverklaring van verordening nr. 267/2012 effect sorteert.

3)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten en die van Good Luck Shipping.