Beroep ingesteld op 25 maart 2024 – Parlement / Commissie

(Zaak C-225/24)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: F. Drexler, R. Crowe, U. Rösslein, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Hof:

uitvoeringsbesluit C(2023)9014¹ van de Commissie van 13 december 2023 nietig te verklaren;

de Europese Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1. Eerste middel: schending van artikel 9, lid 1, artikel 15, en bijlage III bij verordening 2021/1060 en manifeste beoordelingsfouten

De Commissie heeft artikel 9, lid 1, artikel 15, en bijlage III bij verordening 2021/1060¹ geschonden en manifeste beoordelingsfouten begaan toen zij op 13 december 2023 een positieve beoordeling gaf inzake de gerechtelijke hervormingen die in Hongarije plaatsvonden en besloot dat voldaan is aan de horizontale randvoorwaarde „3. Doeltreffende toepassing en uitvoering van het Handvest van de grondrechten” met betrekking tot de gebreken in de rechterlijke onafhankelijkheid in die lidstaat, met als gevolg dat Hongarije in aanmerking komt voor vergoedingen in het kader van de door die verordening geregelde fondsen.

2. Tweede middel: schending van de motiveringsplicht

De bij het bestreden besluit gevoegde beoordeling beperkt zich ertoe de wijzigingen op te sommen van de Hongaarse wetgeving en regelgeving maar geeft geen inhoudelijke uitleg die de lezer toelaat de onderliggende redenen voor de positieve beoordeling van de horizontale randvoorwaarde te begrijpen.

2. Derde middel: misbruik van bevoegdheid

De Commissie heeft haar bevoegdheid misbruikt door te besluiten dat voldaan was aan de horizontale randvoorwaarde in het kader van verordening 2021/1060 in ruil voor het opheffen van het veto van Hongarije tegen bepaalde dringende besluiten waarvoor in de Europese Raad unanimiteit nodig was.

____________

¹ Uitvoeringsbesluit C(2023) 9014 van de Commissie van 13 december 2023 inzake de goedkeuring en de ondertekening van de beoordeling van de Commissie overeenkomstig artikel 15, lid 4, van verordening (EU) 2021/1060 van de naleving van de horizontale randvoorwaarde „3. Doeltreffende toepassing en uitvoering van het Handvest van de grondrechten” met betrekking tot de gebreken in de rechterlijke onafhankelijkheid in Hongarije.

¹ Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB 2021, L 231, blz. 159).