Language of document :

Beroep ingesteld op 17 maart 2017 – Pethke / EUIPO

(Zaak T-169/17)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Ralph Pethke (Alicante, Spanje) (vertegenwoordiger: H. Tettenborn)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

nietig te verklaren besluit PERS-AFFECT-16-134 van 17 oktober 2016, waarbij verzoeker met ingang van 17 oktober 2016 is overgeplaatst van de post van directeur van de afdeling „Operations” naar een post bij het toezichthoudende orgaan en hij is teruggezet naar de Raad van bestuur;

hem een vergoeding te betalen voor de materiële en immateriële schade die hij door de onwettigheid heeft geleden, en

EUIPO te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

Eerste middel, ontleend aan schending van de bepalingen betreffende de tuchtprocedure zoals opgenomen in het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Statuut”).

Verzoeker betoogt dat zijn terugzetting van de post van directeur van een hoofdafdeling naar de raad van bestuur zonder loopbaanperspectieven geen rechtmatige overplaatsing, maar een tuchtrechtelijke terugzetting in de rang vormt waarvoor, bij gebreke van andere rechtsgrondslag, een tuchtprocedure nodig is. De verwerende partij heeft dus de bepalingen van artikel 86 van het Statuut en van bijlage IX bij het Statuut geschonden.

Tweede middel, ontleend aan de onwettigheid van de overplaatsing en misbruik van bevoegdheid.

Verzoeker betoogt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor een normale overplaatsing. Zijn overplaatsing/terugzetting in de rang is immers niet in het belang van de dienst, en de verschillende (wisselende) redenen die daarvoor zijn aangevoerd vormen een aanwijzing voor misbruik van bevoegdheid. Evenmin is het beginsel van gelijkwaardigheid geëerbiedigd waaraan voor een normale overplaatsing moet worden voldaan.

Derde middel, ontleend aan schending van het verbod van willekeur en van het verbod van discriminatie op grond van geslacht.

Verzoeker is van mening dat zijn overplaatsing/terugzetting in de rang, teneinde vrouwen in hogere kaderposities te plaatsen, discriminatie op grond van geslacht vormt.

Vierde middel, ontleend aan schending van het evenredigheidsbeginsel.

Volgens verzoeker vormt zijn tuchtrechtelijke overplaatsing een niet-evenredige maatregel in het kader van de interne reorganisatie van EUIPO.

Vijfde middel, ontleend aan schending van het recht op behoorlijk bestuur en niet nakoming van de zorgplicht – Inbreuk op verzoekers fysieke en psychische gezondheid – Intimidatie

In het kader van het vijfde middel stelt verzoeker dat zijn „plotselinge” overplaatsing een inbreuk op zijn fysieke en psychische gezondheid vormt en niet in overeenstemming is met het minimumniveau van behoorlijk bestuur.

Door het optreden en de tekortkomingen van EUIPO heeft verzoeker materiële en immateriële schade geleden, die moet worden vergoed.

____________