Language of document :

Beroep ingesteld op 29 september 2015 – Federcaccia della Regione Liguria e.a./Commissie

(Zaak T-570/15)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partijen: Federcaccia della Regione Liguria (Genua, Italië), Matteo Anfossi (Taggia, Italië), Associazione dei Migratoristi Italiani per la conservazione dell’ambiente naturale (ANUU) – LIGURIA (Genua, Italië), Alessio Piana (Cremolino, Italië), Giovanno Bordo (Bargagli, Italië), Maria Teresa Esposito (Bargagli, Italië), Ezio Giacomo Isola (Davagna, Italië), Luca Fossardi (Recco, Italië), Adriano Zanni (Valbrevenna, Italië), Luigi Marco Tiscornia (Ne, Italië), Andrea Campanile (Cassano Spinola, Italië) (vertegenwoordigers: A. Bruni, A. Mozzati en P. Balletti, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het schuldig verzuim vaststellen van de Europese Commissie die heeft nagelaten de van Italië ontvangen voorlopige Key Concepts-gegevens betreffende het begin van de voorjaarstrek van de soorten houtsnip, zanglijster en kramsvogel te onderzoeken en te vergelijken met dezelfde gegevens die zij van Frankrijk heeft ontvangen, waardoor zij bovendien niet heeft voldaan aan de verplichting om daaruit afgeleide transnationale gegevens te verwerken met betrekking tot deze drie soorten trekvogels in gebieden die geografisch en klimatologisch homogeen zijn;

het schuldig verzuim vaststellen van de Europese Commissie die heeft nagelaten de Italiaanse Key Concepts-gegevens bij te werken betreffende het begin van de voorjaarstrek van de soorten houtsnip, zanglijster en kramsvogel, door ze niet aan te passen aan en in overeenstemming te brengen met dezelfde Franse gegevens die juist en correct zijn bevonden, door het begin van de voorjaarstrek van de bedoelde drie soorten niet ook in Italië te situeren in de tweede 10-daagse periode van februari;

vaststellen dat de Europese Commissie, zonder geldige en juiste gronden, de invoering heeft geëist in Italië, en meer bepaald in Ligurië, van ongerechtvaardigde beperkingen op de jacht van de houtsnip, zanglijster en kramsvogel, ten opzichte van wat toegestaan is in Frankrijk, en meer bepaald in Corsica en in het zuiden van Frankrijk, door de sluiting van de jacht op de bedoelde drie soorten trekvogels in Ligurië te vervroegen tot 20 januari;

de onwettigheid vaststellen, wegens de ongelijke behandeling tussen lidstaten en/of regio’s van lidstaten, alsook het ontbreken van geldige gronden, van de procedure EU PILOT 6955/14/ENVI die de Europese Commissie enkel tegen de Italiaanse Staat heeft ingeleid zonder tezelfdertijd tegen Frankrijk hetzelfde initiatief te nemen en zonder enig voorafgaand onderzoek te voeren teneinde relevante gegevens te verkrijgen waaruit blijkt dat het daadwerkelijke begin van de voorjaarstrek van de houtsnip, zanglijster en kramsvogel met een maand dient te worden uitgesteld (20 februari) in Corsica en in het zuiden van Frankrijk, ten opzichte van het begin van dezelfde voorjaarstrek in Ligurië (20 januari);

de onwettigheid vaststellen van het aanhoudende nalaten van de Europese Commissie betreffende de ingebrekestelling die verzoekers hebben betekend op 16 juni 2015 waarin zij tegelijkertijd de vaagheid vaststellen en aanklagen van het antwoord in brief nr. ENV.D.2/MC-GM/vf/ARES (2015) 3758354 van de Europese Commissie van 9 september 20015;

de Europese Commissie veroordelen tot het aanpassen van de Italiaanse Key Concepts-gegevens betreffende het begin van de voorjaarstrek van de soorten houtsnip, zanglijster en kramsvogel aan de Franse Key Concepts-gegevens en het begin van de voorjaarstrek dus in de tweede 10-daagse periode van februari te situeren;

hoe dan ook, de Europese Commissie veroordelen tot het aanpassen van de Italiaanse Key Concepts-gegevens betreffende het begin van de voorjaarstrek in Ligurië van de soorten houtsnip, zanglijster en kramsvogel aan dezelfde Franse Key Concepts-gegevens betreffende Corsica en het zuiden van Frankrijk, en het begin van de voorjaarstrek dus in de tweede 10-daagse periode van februari te situeren;

de Europese Commissie veroordelen, wegens haar gebrekkig en nalatig handelen, tot vergoeding van de door verzoekende jachtverenigingen geleden en nog te lijden schade, ten belope van een door het Hof ex aequo et bono te bepalen bedrag.

Middelen en voornaamste argumenten

De middelen en voornaamste argumenten komen overeen met die in zaak T-562/15.

____________