Language of document : ECLI:EU:T:2014:953





Beschikking van het Gerecht (Eerste kamer) van 10 november 2014 –Tsjechische Republiek/Commissie

(Zaak T‑27/14)

„Beroep tot nietigverklaring – Interne markt voor aardgas – Artikel 22 van richtlijn 2003/55/EG – Brief waarin de Commissie een regelgevende instantie verzoekt haar besluit houdende verlening van een ontheffing in te trekken – Niet voor beroep vatbare handeling – Niet-ontvankelijkheid”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld – Begrip – Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren – Voorbereidende handelingen – Brief die de Commissie tot een nationale regelgevende instantie richt in het kader van de procedure van artikel 22, lid 4, van richtlijn 2003/55 – Daarvan uitgesloten (Art. 263 VWEU; richtlijn 2003/55 van het Europees Parlement en de Raad, art. 22, lid 4) (cf. punt 17)

2.                     Handelingen van de instellingen – Vermoeden van geldigheid – Niet-bestaande handeling – Begrip (Art. 288 VWEU) (cf. punt 20)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van het besluit dat volgens verzoekster is vervat in brief C (2013) 7221 final van de Commissie van 4 november 2013, die aan de Tsjechische minister van Industrie en Handel en de directeur van de Tsjechische Dienst voor toezicht op de energiesector is verstuurd op basis van artikel 22, lid 4, van richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van richtlijn 98/30/EG (PB L 176, blz. 57)

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

De Tsjechische Republiek draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie.