Beschikking van de president van het Gerecht van 20 januari 2014 – Romonta / Commissie

(Zaak T-614/13 R)

(„Kort geding – Milieu – Richtlijn 2003/87/EG – Regeling voor handel in broeikasgasemissierechten – Kosteloze toewijzing van emissierechten vanaf 2013 – Verzoek om erkenning van geval van buitensporige hardheid – Geen spoedeisendheid”)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Romonta GmbH (Amsdorf, Seegebiet Mansfelder Land, Duitsland) (vertegenwoordigers: I. Zenke, M. Vollmer, C. Telschow en A. Schulze, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. White, C. Hermes en K. Herrmann, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de uitvoering van artikel 1, lid 1, van besluit 2013/448/EU van de Commissie van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240, blz. 27), voor zover daarbij is geweigerd aan verzoekster op grond van buitensporige hardheid emissierechten toe te kennen

Dictum

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.